De provincies hebben nieuwe beleidsregels vastgesteld voor het verlenen van vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming. Vanaf 11 oktober 2019 kunnen er weer vergunningen verleend worden.
Toestemming voor stikstofgerelateerde activiteiten wordt weer mogelijk, zolang de activiteiten niet leiden tot een stijging en in veel gevallen feitelijk tot een daling van stikstofbelasting. Kern van de nieuwe regels is dat door het wegvallen van het voormalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) nu van tevoren moet worden aangetoond dat emissie en depositie met zekerheid afnemen of niet stijgen.
Esther Rommel, gedeputeerde Natuur en Landschap van Noord-Holland: “De vergunningverlening kan weer van start. Maar de spelregels zijn sterk veranderd sinds de uitspraak van de Raad van State dat de vergunningverlening volgens PAS niet voldoet. De uitstoot mag absoluut niet meer toenemen en, moet waar mogelijk, verminderen. In de beleidsregels die vandaag door alle 12 Gedeputeerde Staten zijn vastgesteld staan strikte voorwaarden waaraan vergunningen moeten gaan voldoen.”
De nieuwe beleidsregels voor het verlenen van vergunningen leiden tot afnemende stikstofuitstoot door intern en extern salderen. Samengevat betekent dat:
In aanvulling op de beleidsregels zijn de provincies voor nieuwe activiteiten in overleg met het Rijk over het nemen van bronmaatregelen. Het kabinet heeft daarnaast de provincies een regierol toebedeeld voor een gebiedsgerichte aanpak van de stikstofproblematiek. Over de verdere invulling van het een gebiedsgerichte aanpak van stikstof en de daarvoor benodigde middelen zijn de provincies in overleg met het Kabinet.