K20 noodoverloop Waternet

4 | 4

 

1930094/1977684

 

 

 

 

 

 

Op 11 november 2022 heeft Stichting Waternet een verzoek ingediend om ontheffing voor het aanbrengen van een noodoverloop met bijkomende werken in/langs de Amstel te Ouderkerk aan de Amstel.

Overwegingen

Op grond van het bepaalde in artikel 4.77, lid 1, sub c van de Omgevingsverordening NH2020, is het, behoudens ontheffing, verboden een werk boven, op, in, onder of langs een vaarweg aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen.
Een aanvraag om ontheffing wordt getoetst aan de onderstaande belangen, die door bovengenoemde Omgevingsverordening NH2020, welke van toepassing is op de Amstel, worden beschermd:

  1. het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

  2. het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  3. het voorkomen of beperken van schade door de scheepvaart aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;
    en mede aan het belang van het voorkomen of beperken van:

  4. hinder of gevaar in het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden,

  5. schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van een gebied waarin scheepvaartwegen zijn gelegen.

Overwegingen

Wij zijn van mening dat de ontheffingverlening niet conflicteert met de hier voorgenoemde belangen.

Ook is, voor zover bekend, geen sprake van andere relevante belangen die het nemen van dit besluit in de weg staan.

Besluit

Gelet op de eerder genoemde regelgeving verlenen wij aan Stichting Waternet, hierna “ontheffinghouder” genoemd, ontheffing van het in artikel 4.77, lid 1, sub c, genoemde verbod voor het aanbrengen en hebben van:

  1. een noodoverloop in/langs de Amstel tussen km 14.200 en 14.300 R (oostelijke oever) met de hier bijbehorende werken en

  2. een tijdelijke loswal in de Amstel tussen km 14.200 en km 14.300 R (oostelijke oever) ten noorden van de noodoverloop zoals aangegeven op de door ons gewaarmerkte tekeningen en rapporten.

Als gevolg van de ontheffingverlening verleent de provincie Noord-Holland de ontheffinghouder hierbij tevens privaatrechtelijke toestemming om, in de tot haar eigendom behorende gronden, werkzaamheden te verrichten ter realisering van de vergunde activiteiten.

Aan deze ontheffing zijn onderstaande voorschriften verbonden.
De naleving van deze voorschriften kan bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Het niet naleven kan bovendien worden gestraft met een geldboete van de tweede categorie, als bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.

 

Voorschriften

  1. Binnen twaalf maanden na dagtekening van dit besluit wordt gebruik gemaakt van de ontheffing. Als tegen deze ontheffing bezwaar en/of beroep wordt aangetekend dan schort deze termijn op tot de uitspraak in de bezwaar- en/of beroepsprocedure onherroepelijk is geworden.

  2. De provincie heeft het beheer, van het gebied waar de ontheffing- aanvraag betrekking op heeft, opgedragen aan een gebieds-aannemer. Uiterlijk 15 werkdagen voor het begin van de werkzaamheden dient de ontheffinghouder dit af te stemmen met de betreffende gebiedsaannemer via het volgende e-mailadres: mgz@pnhz.nl.
    Als geconstateerd wordt dat de werkzaamheden zijn gestart zonder dat deze van tevoren zijn aangemeld dan zullen de werkzaamheden direct worden stilgelegd.

  3. Voor de start van de werkzaamheden moet een 0-opname plaats-vinden met de betreffende schouwinspecteur, dhr. B. Wilthagen, mailadres: bwilthagen@vangelder.com.

  4. Bij ontgravingen binnen 1 meter uit de kant van de verharding moet toestemming worden gevraagd bij de objectbeheerder van de provincie Noord-Holland.

  5. Als werkzaamheden plaatsvinden aan constructieve onderdelen moeten deze in originele of vergelijkbare toestand/kwaliteit worden teruggebracht. Dit geldt ook voor werkzaamheden in de bermen.

  6. Na afronding van het project moet een revisiebestand en/of een opleverdossier worden gestuurd aan de combinatie MGZ. Hierna moet een eindopname plaatsvinden met de schouwinspecteur (dhr. B. Wilthagen).

  7. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens de ingediende en door ons gewaarmerkte tekeningen en rapporten.

  8. Uiterlijk 15 werkdagen voor start van de werkzaamheden, dient de ontheffinghouder deze digitaal aan te melden bij het Verkeers-coördinatiepunt via https://noord-holland.nl/tvm.
    Alleen na verkregen toestemming van de verkeerscoördinator mag met de werkzaamheden worden gestart.
    Als geconstateerd wordt dat de werkzaamheden zijn gestart zonder dat deze van tevoren zijn aangemeld dan zullen de werkzaamheden direct worden stilgelegd.

  9. Als door de werkzaamheden verdiepingen en/of verondiepingen ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk hersteld.

  10. De schade die door het gebruik van de ontheffing aan het desbetreffende gedeelte van de scheepvaartweg wordt toegebracht, wordt door de ontheffinghouder vergoed.

  11. Tijdens de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van leidingen. Hierover dient uiterlijk drie dagen voor aanvang van de werkzaamheden informatie opgevraagd te worden bij het Kadaster (Klic-contactcenter, tel. 0800-0080).

  12. De maximale dwarsstroming tijdens in bedrijfsstelling van de inlaat dient conform de Richtlijn Vaarwegen 2020, paragraaf 3.3.5 tot en met 3.3.7 te zijn getoetst: https://standaarden.rws.nl/link/standaard/994.

  13. Het krachtens deze ontheffing gemaakte werk wordt door de ontheffinghouder beheerd en onderhouden.

  14. Voor het kunstwerk moet een recht van opstal worden gevestigd. Hiertoe moet contact worden opgenomen met mw. H. Wiegerinck van de sector Grond (GND) via haar mailadres: eijkmanh@noord-holland.nl.

  15. De aansluiting met de oeverconstructie moet aantoonbaar gronddicht te worden gemaakt en moet, indien nodig, worden voorzien van een overgangsconstructie. Vanwege de stromingen die naast de overlaat ontstaan moet hiermee rekening worden gehouden in het ontwerp.

  16. Op de werkplek moet minstens een kopie van deze ontheffing met de daarbij behorende tekeningen, rapporten, berekeningen en uitvoeringsinstructies aanwezig zijn.

  17. Indien de ontheffinghouder namens de opdrachtgever de ontheffing ontvangt dient de ontheffinghouder deze te overhandigen aan de opdrachtgever.

  18. Aan beide zijden van het kunstwerk moet, op een afstand van 200 meter, beperkingsteken C.5 (volgens het Binnenvaartpolitieregle-ment) worden geplaatst met hierin het cijfer ‘10’. De afmetingen van de borden zijn 1000 x 1000 mm en moeten retro-flecterend zijn. Boven deze borden moet de afstandsaanduiding ‘200’ worden aangebracht.

  19. De (tijdelijke) loswal wordt op een (verkeers)veilige en ordelijke wijze onderhouden.

  20. Als er geen los/laadactiviteiten plaatsvinden (’s nachts en in het weekend) mag er niet worden afgemeerd aan de loswal.

  21. Aan de loswal mag worden afgemeerd met maximaal 1 vaartuig.

  22. Een vaartuig welke lost/laad aan de loswal mag geen gebruikmaken van de schroeven.

  23. Na afloop van de werkzaamheden moet de loswal worden verwijderd en de oever in originele staat worden teruggebracht.

  24. Iedere eigendomswijziging van het werk wordt gemeld.

  25. De ontheffing is niet overdraagbaar.

Aandachtspunten

De ontheffinghouder neemt de redelijkerwijs mogelijke maatregelen om te voorkomen dat de provincie dan wel derden door het gebruik van de ontheffing schade lijden.

Voor eventueel nog te verlenen goedkeuring door andere bestuurs-organen wendt de ontheffinghouder zich tot het desbetreffende orgaan. Zonder hun toestemming kan (nog) geen gebruik worden gemaakt van de door ons verleende ontheffing.

Voor nautische en technische vragen kan contact worden opgenomen met het servicepunt Provincie Noord-Holland, tel. 0800-0200600.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
namens dezen,


 

beleidsadviseur Netwerkmanagement en Gebruik
dhr. I. Nijenhuis

Deze brief is digitaal vastgesteld en daarom niet ondertekend.

Bijlage(n): 6

Bezwaar

Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van Gedeputeerde Staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u bij een spoedeisend belang een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland.