Interview Astrid Nienhuis

Mijn liefde voor de natuur en recreëren in de natuur is ontstaan toen ik in mijn jeugd enige jaren in Engeland woonde.

Als gezin wandelden wij elk weekend met de hond eindeloos in het Penninisch gebergte, heuvels die ook wel de ruggengraat van Engeland worden genoemd, omdat ze lopen van midden Engeland tot aan de Schotse grens. Een gebied met rijke flora en fauna gelegen tussen idyllische dorpen. Op rustmomenten bij een van de vele kronkelende stroompjes bouwde ik dammen. Verspreid over de heuvels liggen grote landhuizen met uitgestrekte tuinen en landerijen, toegankelijk gemaakt voor iedereen door een stelsel van paadjes en trappetjes over hekken die de scheiding van eigendommen markeren. Eigendomsverhoudingen lagen niet in de weg aan de natuurbeleving van een ieder die daarvan wilde genieten.

Ik ben nu burgemeester van Landsmeer en in die hoedanigheid mag ik de gemeente Landsmeer vertegenwoordigen in het bestuur van het recreatieschap Twiske-Waterland. Wonend in Landsmeer ervaar ik dagelijks de rijkdom van deze groene waterrijke omgeving. Ik vaar met mijn zoons in het Ilperveld, een bijzonder veengebied met een grote diversiteit aan vogels. Ook hou ik van wandelen en fietsen in het Twiske, onderbroken door een drankje of lichte maaltijd op een van de terrasjes met prachtig uitzicht. De diversiteit aan mogelijkheden in het gebied heeft ook voor de actieve recreant veel te bieden; je kunt er surfen, zeilen, duiken, mountainbiken, naar de speeltuin. Bijzonder vind ik ook de Zorgboerderij De Marsen waar hulpboeren als dagbesteding helpen bij het runnen van de boerderij en het winkeltje. Het bewijs dat recreatie, natuur, social return en duurzaamheid zonder meer met elkaar verenigbaar zijn.

Landschap is belangrijk voor het welzijn, gezondheid, leefbaarheid, flora en fauna en nog veel meer. In het druk bevolkte deel van Nederland ,dat we de Metropoolregio Amsterdam noemen, zijn gelukkig nog vele gebieden die aan deze doelen bijdragen. Deze gebieden worden beheerd door verschillende organisaties of overheden, hebben een verschillend karakter en dienen soms verschillende doelen. De uitdaging naar de toekomst is van die diversiteit in gebieden en beheerders een eenheid te maken, de krachten te bundelen in het belang van een ieder die in de metropool woont of bezoekt.

Immers, voor die Metropool hebben we gezamenlijke wensen op het gebied van wonen, recreëren, werken, ondernemen. Mobiliteit en duurzaamheid zijn onderwerpen die als een saté prikker door al deze onderwerpen heen lopen. Reden genoeg om met elkaar te ontdekken hoe we die wensen en ambities slim met elkaar kunnen verbinden voor een zo optimaal mogelijk resultaat.

Het is tijd dat we het tijdperk ,waarin we ieder vanuit onze eigen verantwoordelijkheden monodisciplinair te werk gingen, achter ons laten en focussen op onze gezamenlijke verantwoordelijkheden. Een boeiend tijdperk waarin we verder kunnen verkennen hoe het voelt om in horizontale verhoudingen te opereren met elkaar: private organisaties, overheid, ondernemers, wetenschap en inwoners. Willen we dat? Wat is daarvoor nodig? Wat betekent dat? Daarin zit voor mij het belang van de Staten en Radenconferentie van 20 september a.s. Ik hoop dan ook op een hoge opkomst van de betreffende volksvertegenwoordigers. Elkaar ontmoeten, elkaars verantwoordelijkheden, zorgen en dilemma’s kennen is een belangrijke eerste stap. Maar de overheid is niet de enige speler. Vele partners, private en publieke, staan te trappelen om mee te denken en te doen. Dat vergt een nieuwe houding van de overheid, waarbij respect, vertrouwen en loslaten kernwoorden zijn; een geheel nieuwe modus van samenwerking. Hoe dan we dat?

Met begrip voor elkaar deze nieuwe verhoudingen verkennen – los van de inhoudelijke resultaten – zou de conferentie voor mij tot een succes maken. Alleen dan ontstaat ruimte voor nieuwe en bijzondere samenwerkingen, ruimte om te experimenteren en los te laten. Daarin zit wat mij betreft de kracht van de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam.

Astrid Nienhuis