Durgerdam

Begin 18e eeuw kwam Hendrik Corneliszoon van Groot Davelaar met een deel van zijn gezin uit Curaçao en vestigde zich in Durgerdam.

Landhuis Groot Davilar
Landhuis Groot Davilar, Curaçao, gebouwd eind 19e eeuw 

Op Curaçao had hij een woonhuis in de Kuiperstraat in Willemstad en daarbuiten bezat hij vier plantages: Casjoetuin, Welgelegen (!), Groot Davelaar (!) en Wastuin (later: Rust en Vrede). Zijn achtergebleven zoon Cornelis zette de zaken – en de familielijn – op Curaçao voort. Een van de zoons die wel meegekomen was keerde later terug uit Durgerdam op Curaçao. Ook ene Anna Pauw vestigde zich in 1713 vanuit Curaçao in Durgerdam.

Andersom zijn er ook allerlei mensen in Durgerdam geweest die zich in een van de koloniën gingen vestigen. In de 18e eeuw waren dat in ieder geval Jacob Witteveen & Maria de Leeuw, Etienne Flandreau, Pieter Claas Boon en Cornelis Bartelsse Pontdam. Zij gingen hun geluk beproeven in Suriname. Ene Maria Smaal ging dat doen in Curaçao. Nog opmerkelijker was de doop in 1721 in Durgerdam van ‘de heijdinne’ Jannetje Pieters uit Berbice (nu Guyana). Het kan niet anders of zij moet  een vrouw van kleur zijn geweest. Waarschijnlijk was zij met haar baas was meegekomen uit de kolonie en had nu de vrijheid gekregen. Daar hoorde onlosmakelijk de christelijke doop bij en het verkrijgen van een – Nederlandse – naam. In het jaar daarop is ze als vrije vrouw teruggekeerd naar Berbice.

Uit plaatsen als Durgerdam zullen zeker ook jongemannen als soldaat of zeeman naar een van de koloniën zijn vertrokken. Meestal zijn zij niet gemakkelijk in de archieven terug te vinden. Dat geldt eerder voor officieren en schippers zoals Jacob Tijmonsz Weerstand uit Durgerdam die in 1760-61 rechtstreeks op Suriname voer als kapitein van de Snoek & Both, en het jaar daarop via slavenfort Elmina in Ghana naar Curaçao.

Logboek naar Suriname van schipper J.T. Weerstand uit Durgerdam
Logboek naar Suriname van schipper J.T. Weerstand uit Durgerdam