De provincie steunt voor de 3e keer culturele instellingen met geld uit het noodfonds cultuur. Museum Singer Laren ontving eerder al een bedrag: “Zonder subsidies hadden we het niet overleefd.”
Maart 2020 staat in het geheugen gegrift van Evert van Os, algemeen directeur van Singer Laren. Eerst moest hij de deuren sluiten vanwege corona. Slechts 2 weken later werd een Van Gogh schilderij uit het gebouw gestolen. “Een onzekere en chagrijnige periode”, zo omschrijft hij het. “Tegelijkertijd was het een extra motivatie om deze negativiteit om te zetten in positieve energie.”
Die energie stopten hij en zijn collega’s onder andere in de verbouwing van het museum, die vanwege de sluiting werd vervroegd. Het geld daarvoor was al gereserveerd, maar door gebrek aan inkomsten kwam het museum wel in de knel met de zogenoemde exploitatie- en personeelskosten. Van Os: “Ik stak mijn voelsprieten uit en onderzocht waar ik kon aankloppen voor subsidie. Ik zag namelijk al: zonder hulp overleven we dit niet.”
Zo kwam Singer Laren in aanmerking voor het noodfonds cultuur van de provincie Noord-Holland. In 2020 ontving het € 182.504 en in 2021 € 139.444. Door de bundeling van krachten hebben gemeenten en provincie samen al 110 instellingen kunnen steunen. Wat er nog over was van de beschikbare € 10 miljoen, is onlangs verdeeld onder 27 culturele instellingen die als gevolg van de COVID-19 maatregelen in acute financiële nood zijn gekomen.
“Het was best een ontdekkingstocht in subsidieland, maar ik vond de procedures van de provincie helder en transparant”, aldus van Os. Het geld van het noodfonds besteedde het museum voor 20 procent aan personeelskosten, de rest ging naar overige exploitatiekosten. “Denk dan aan het beheer en onderhoud van de schilderijen, de kunstverzekeringen en de energiekosten voor het pand en de geklimatiseerde ruimtes voor de kunst.” De overige kosten dekte het museum met de COVID-subsidies van het Rijk. “We zijn als culturele instellingen goed gesteund, daar ben ik erg dankbaar voor.”
In maart 2022 opende Singer Laren de deuren van haar verbouwde én verduurzaamde museum met gerenoveerde zalen en een extra vleugel. “We trekken meer bezoekers dan ooit. Met name vanwege het nieuwe gebouw en door de kwaliteit van onze tentoonstellingen.” Van Os zou de hele coronapandemie daardoor bijna vergeten, maar zo rooskleurig is het niet overal. “Kunstenaars hebben het erg zwaar en uit cijfers van de Museumvereniging blijkt dat nog maar 80 procent van het museumbezoek op de been is vergeleken met 2019.”
En dat is slecht nieuws, vindt de algemeen directeur. “Juist in zware tijden biedt cultuur troost en verbinding. Economisch gezien is het voor BV Nederland misschien niet van cruciaal belang, maar wel voor ons geestelijk welbevinden.” Dat merkt hij ook aan de museumbezoekers. “Mensen hebben de musea echt gemist. Ze vinden het zo heerlijk om weer in rust te kunnen genieten.” En die rust wordt mede mogelijk gemaakt door één positief overblijfsel van de coronamaatregelen: het tijdslot. Van Os: “Ja, daar maken we nog dankbaar gebruik van. Zo kunnen we de drukte ook nu nog goed spreiden.”