Beestjes spotten in de Brettenscheg

(02 september 2022)

Freek Vonk spelen in je eigen achtertuin? Het is eenvoudiger dan het klinkt. De Noord-Hollandse weilanden krioelen namelijk van het leven, zo bleek eind augustus tijdens een expeditie in groengebied de Brettenscheg aan de westrand van Amsterdam.

Loopkeverexpert Michiel Boeken bekijkt de vondst in 1 van de bodemvallen.
Foto: Loopkeverexpert Michiel Boeken bekijkt de vondst in 1 van de bodemvallen.

De expeditie vond tussen 22 en 26 augustus plaats in opdracht van de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam, in samenwerking met de Vrije Universiteit. Samen met buurtbewoners en natuurliefhebbers zochten onderzoekers van Taxon Expeditions in het Geuzenbos, Houtrak en Dijkland naar zoveel mogelijk verschillende diersoorten. Het doel: de biodiversiteit in het gebied in kaart brengen én deelnemers vertrouwd maken met de kleinere levensvormen op de bodem. Met deze kennis kunnen buurtbewoners voortaan zelf aan de slag met het monitoren van de biodiversiteit. 

‘Vergeten’ diertjes

Tijdens de biologische ontdekkingstocht stonden vooral de ‘vergeten’ beestjes in de spotlight. Vaak worden de mestkever, pissebed, brugspin, slak, sprinkhaan of sluipwesp letterlijk over het hoofd gezien. Onterecht, vond expeditieleider Menno Schilthuizen. “Juist deze dieren zijn heel belangrijk voor onze biodiversiteit. In Nederland leven meer dan 15.000 soorten insecten: dat is ruim de helft van de totale biodiversiteit. En onder een microscoop zijn deze dieren minstens zo mooi als een kikker of grutto.” 

The Beatles

Naast een inventarisatie van de biodiversiteit hoopten de deelnemers nieuwe diersoorten te ontdekken. Taxon Expeditions stuitte namelijk al vaker op onbekende beestjes. Zo leverde een zoektocht in het Vondelpark in 2019 een nieuwe sluipwesp en keversoort (Ptomaphagus thebeatles, vernoemd naar The Beatles) op. En op internationale expedities naar afgelegen gebieden in onder meer Borneo en de Balkan doken een kleine 20 nieuwe soorten op, waaronder een slak en waterkever die werden vernoemd naar milieuactivist Greta Thunberg en acteur Leonardo DiCaprio.

Onderzoekers en natuurliefhebbers vissen kevers uit een koeienvlaai in water.
Foto: 'Vissen' naar kevers in een emmer koeienvlaai en water.

Ook in de Brettenscheg kunnen bijzondere en zelfs nieuwe diersoorten verborgen zitten. Schilthuizen: “We hebben de afgelopen dagen al een zeldzame kniptor aangetroffen en 2 sluipwespen die we aan de hand van de uiterlijke kenmerken en databasegegevens nog niet konden identificeren. Dat wordt dus nog spannend. Verder zien we opvallend veel nachtvlinders, dat komt volgens onze vlinderexpert waarschijnlijk door de vele heggen die hier staan.” 

Yoghurtbekers, zout en zeepsop

Op de laatste expeditiedag werden de laatste vallen opgehaald: enkele aasvallen met rottende stukjes kippenvlees in het Geuzenbos en een tiental bodemvallen in de weilanden bij Spaarndam. De constructies zijn simpel, maar effectief: 2 plastic yoghurtbekers met daarin een laagje zout water en zeepsop begraven onder een houten plaatje. Een stuk gaas moet zorgen dat grotere dieren niet in de val belanden. Loopkeverexpert Michiel Boeken: “Als je loopkevers wilt bestuderen, moet je inderdaad heel veel yoghurt eten. Het zout zorgt dat de insecten goed worden geconserveerd. Het zeepsop breekt de oppervlaktespanning, zodat de diertjes direct naar de bodem zinken.”

Salamanders achter boomschors
Foto: Salamanders gevonden achter boomschors.

Na het ophalen van de vallen viel de oogst niet tegen. Met gelabelde boterhammenzakjes vol springstaarten, cicaden, vlokreeftjes, kleine spinnetjes, waterkevers, kortschildkevers en mieren keerden de onderzoekers terug naar het hoofdkwartier in boerderij De Koningshoeve. Onderweg zagen ze nog wat salamanders tussen een stapel boomstroken en -schors. En even wroeten in een opgedroogde koeienvlaai in een emmer water leverde weer een handvol kortschildkevers op. Boeken: “Al sinds mijn kindertijd draai ik alle stenen en planken die ik tegenkom om, op zoek naar diertjes. Vroeger kwam ik dan handen tekort om alle wegschietende kevers te vangen. Tegenwoordig is dat helaas een stuk minder.”

DNA-onderzoek

Eenmaal terug in het hoofdkwartier werden de gevangen dieren onder de microscoop gelegd en aan de hand van onlinedatabases en stapels boeken over insecten en amfibieën zo goed mogelijk in kaart gebracht. Voor soorten die niet direct geïdentificeerd konden worden, bood het kleine DNA-lab van student Henk van der Meulen uitkomst. “Veel mensen denken dat DNA-onderzoek alleen mogelijk is in luxe, hightech laboratoriums. Ik wil laten zien dat iedereen dit overal kan doen. Ik heb dit lab bijvoorbeeld in mijn vrije tijd gebouwd. Hoe? Ik zag een YouTube-video en dacht: ‘dat kan ik ook’. Daar hoef je echt geen jaren voor te studeren.”

De gevangen dieren worden nauwkeurig geïdentificeerd onder een microscoop.
Foto: De gevangen dieren werden nauwkeurig geïdentificeerd onder een microscoop en met behulp van een DNA-lab.

Van de eerdergenoemde sluipwespen werd de DNA-code niet teruggevonden in de wereldwijde databases. Hoe groot is de kans dat binnenkort 2 nieuwe wespensoorten worden toegevoegd aan het Noord-Hollandse dierenrijk? Schilthuizen was voorzichtig optimistisch: “Soorten vinden is het probleem niet. Het meeste werk gaat zitten in het identificeren. Deze wespen sturen we nu naar een specialist voor verder onderzoek. Een kwart van de Nederlandse sluipwespen heeft nog geen naam, dus de kans is best groot dat we de afgelopen dagen een nieuwe soort hebben gevonden. Dat weten we echter pas over een paar maanden of misschien zelfs jaren. Afwachten dus!”