5 vragen over het duurzamere Bloemencorso Bollenstreek
De provincie Noord-Holland gebruikt dit jaar voor het eerst biologische bloembollen voor de versiering van haar praalwagen tijdens het Bloemencorso Bollenstreek.
Hoe stimuleert de provincie deze verduurzaming? Waarom sponsort de provincie dit evenement? En wat komt er nog meer kijken bij zo’n corso? Dat beantwoorden we in 5 vragen.
1. Waarom en met welke praalwagen rijdt de provincie mee?
Het Bloemencorso Bollenstreek rijdt op 20 april 2024 voor de 77e keer uit. De provincie Noord-Holland sponsort dit evenement. Het grootste bloemenfeest van de bollensector trekt bijna een miljoen mensen naar de regio. In 2021 kreeg het Bloemencorso van Unesco de titel Immaterieel Erfgoed voor de corsotraditie waar vele vrijwilligers bij zijn betrokken. De provincie bevordert met haar sponsorbijdrage ook de verduurzaming van het bloemencorso.
De provincie rijdt voor de 3e keer mee met een eigen praalwagen. Dit jaar is het thema ‘Noord-Holland Watersportprovincie’, verbeeldt met een enorme flamingo, golven, watersporters en een bootje. Water(sport)liefhebbers kunnen namelijk hun hart ophalen in de provincie. Met de Noordzee, het IJsselmeer en de talloze kanalen en plassen hebben zij genoeg opties om te surfen, windfoilen, zwemmen of varen in Noord-Holland. Daarnaast investeert de provincie in watersport- en recreatievoorzieningen.
2. Wat komt er allemaal kijken bij de opbouw van de provinciepraalwagen?
Er gaat heel wat vooraf aan het moment dat de 15 praalwagens door de straten rijden. Het begint met een brainstorm over het thema en ontwerp. De provincie draagt het thema aan en samen met de ontwerper Inge Quint komt het uiteindelijke ontwerp voor de praalwagen tot stand. Zodra het organisatiecomité de ontwerpen heeft goedgekeurd, worden er technische tekeningen gemaakt. In december gaan er lassers aan de slag om de schetsen om te zetten in daadwerkelijke constructies. De vormen en figuren van ijzer worden op de onderstellen geplaatst en naar de opbouwruimte gereden. Per wagen is er zo’n 2,5 ton staal nodig. Daarna is het de beurt aan de vele vrijwilligers van muziekvereniging St. Cecilia. Zij bedekken de ijzeren geraamtes met folie en karton. Als laatste komt er nog een laag schuim overheen, waar ze de bloemen uiteindelijk in moeten steken.
Een week voor het corso worden de bloemen bij de kwekers gekopt en gesneden. Pas 3 dagen voor vertrek begint het daadwerkelijke ‘steken’. Bloemetje voor bloemetje steken de vrijwilligers de bloemen met een dubbele naald in het schuim. Dit precisiewerk gaat tot in de late uurtjes door. De ontwerper voegt ook nog de snijbloemen toe. Na een allerlaatste check op oneffenheden en lege plekken, gaan de wagens richting de jury voor de beoordeling.
3. Welke bloembollen zijn geschikt en waar komen ze vandaan?
De provincie Noord-Holland gebruikt dit jaar voor het eerst biologische blauwe en roze hyacinten voor de versiering van haar praalwagen tijdens het Bloemencorso Bollenstreek. Deze komen van de Noord-Hollandse biologische bloembollenkweker John Huiberts: “Wij maken geen gebruik van chemische middelen en kunstmest. We kweken op een organische manier. Ik vind het prachtig dat deze bloemen op de wagen komen, want de overheid heeft toch een beetje een voorbeeldfunctie.” De hyacint vormt de basis van de meeste corsowagens. Daarna volgen tulpen en narcissen. Het Bloemencorso Bollenstreek is het enige corso dat deze voorjaarsbloemen gebruikt. De andere corso’s in Nederland gebruiken vooral dahlia’s.
Klik op de afbeelding om de video te starten waarin John Huiberts vertelt over de biologische bloembollen
De ontwerper geeft haar voorkeur op voor bloemen en kleuren, maar het is pas op het allerlaatste moment zeker of deze beschikbaar zijn tijdens de opbouwdagen. Zijn er geen rode hyacinten, dan is er geen andere keus dan het windfoildoek van ons ontwerp een ander kleurtje te geven. Voor 10 vierkante meter van 1 kleur zijn zo’n 20 kratten nodig. In totaal bestaat een praalwagen uit gemiddeld 220 kratten. Om de bloemen zo vers mogelijk te houden, worden ze na het koppen en snijden maximaal 1 week in een koelcel bewaard. In de opbouwhal krijgen ze regelmatig wat water op zich gesproeid.
Naast de bloembollen bestaat de praalwagen van de provincie ook uit snijbloemen. Ontwerper Inge Quint: “Als gecertificeerd duurzame bloemist koop ik zoveel mogelijk biologisch gekweekte MPS-A of MPS+ gecertificeerde bloemen in. We gebruiken bio oase en zoveel mogelijk duurzaam gekweekte bloemen.”
4. Hoe stimuleert de provincie de verduurzaming van het Bloemencorso Bollenstreek en de bollensector in het algemeen?
Met de sponsorbijdrage stimuleert de provincie Noord-Holland het Bloemencorso Bollenstreek op verschillende manieren te verduurzamen. Zo hebben 2 praalwagens (waaronder die van de provincie) een accupakket, wordt er onderzoek gedaan naar het gebruik van kleinere aggregaten op de praalwagens (om brandstofverbruik te verminderen), zit er led-verlichting op de wagens en zijn er nieuwe vlaggen van duurzaam PET-materiaal gekocht. Ook is er vorig jaar geëxperimenteerd met een duurzamer alternatief voor het schuim op de praalwagens, gemaakt van paddenstoelen.
Door biologische bloembollen te gebruiken voor de versiering van de praalwagen, hoopt de provincie bovendien andere telers te inspireren ook de omslag te maken. Op dit moment is minder dan 1% van het aantal bollenbedrijven in Noord-Holland biologisch. Deze boeren telen in samenwerking met de natuur en gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
De provincie Noord-Holland zet in op een duurzame bollenteelt. Het bestuur van de provincie wil deze verduurzaming samen met de sector vormgeven in een langjarig programma. Het delen van kennis en het bijeenbrengen van partijen staat hierbij centraal. Daarvoor is inmiddels een verkenning gestart. Ook stimuleert de provincie biologische bollenteelt met subsidie voor het programma Fieldlab Bol. Daarin werken 13 telers met allerlei betrokken organisaties samen om de overstap te maken naar een natuurinclusieve en duurzame bollenteelt. Zij voeren projecten uit gericht op duurzaam grond- en watergebruik en het stimuleren van biodiversiteit met akkerranden. Via het landbouwportaal – dat de provincie mede mogelijk heeft gemaakt – kunnen telers bovendien een aanvraag doen voor bijvoorbeeld bodemcoaches.
5. Hoe is het Bloemencorso Bollenstreek ontstaan?
Het begon allemaal met 1 vrachtwagen omgetoverd tot een walvis bedekt met hyacinten. Bloembollenkweker Willem Warmenhoven uit Hillegom wilde in 1947 – zo vlak na de Tweede Wereldoorlog – zijn vrijheid vieren én zijn bolbloemen tonen aan de regio. Hij besloot zijn wagen te versieren en reed van Hillegom naar Lisse en weer terug. Dat viel zo goed in de smaak, dat de burgemeesters van beide dorpen en Sassenheim er een jaarlijks evenement van maakten. Meteen dat volgende jaar reden er een stuk of 20 praalwagens mee, afgewisseld met lokale muziekkorpsen en auto’s versierd met bloemen. Door de jaren heen sloten steeds meer dorpen zich aan. Inmiddels loopt de route van Noordwijk langs Lisse, Bennebroek en Heemstede om te eindigen in Haarlem. Dit is bijna 42 kilometer.