Digital Twin: slimmer, duurzamer en goedkoper woningonderhoud

De provincie geeft de subsidie aan woningcorporaties voor het opzetten van samenwerkingsinitiatieven die zorgen voor een verduurzaming van de woningvoorraad tegen lagere kosten.

Vraag subsidie aan

Om nu en in de toekomst fijne, betaalbare én duurzame woningen te kunnen bieden, werkt de Alliantie samen met partners in de bouw, gemeenten, zorgverleners en startups continu aan nieuwe innovaties. Het digital twin-innovatieproject maakt deel uit van een zogeheten community of practice: het digitale huis van de toekomst. De Alliantie onderzoekt hierin samen met andere corporaties, kennisinstituten en marktpartijen wat het digitaliseren van woningen kan opleveren. “De Alliantie is natuurlijk 1 van de grote woningcorporaties”, vertelt innovatiestrateeg Jan Theunissen. “We willen daarom voorop lopen en innoveren om onze dienstverlening aan bewoners te verbeteren. Onze schaal helpt daarbij, dus delen we onze kennis graag met andere woningcorporaties.”

De Alliantie heeft bijna 60.000 woningen. Vaak is niet duidelijk hoe een huis er aan de binnenkant uitziet en wat voor onderhoud nodig is. Hiervoor moet een woning nu persoonlijk worden gecontroleerd  , maar als het aan de Alliantie ligt verandert dat binnen enkele jaren. Theunissen: “We willen onze woningvoorraad op een slimmere manier beheren. Veel corporaties weten niet hoe hun vastgoed ervoor staat en maken daardoor niet de meest optimale keuzes . Wanneer moeten we welk deel van de woning gaan onderhouden? En hoe kunnen we dat zo efficiënt en duurzaam mogelijk doen? Daar gaat dit project eigenlijk om.”

Real-time data

Het maken van een digitale tweelingbroer of -zus van een woning begint met het verzamelen van data. Heel veel data. Van algemene informatie over het woonoppervlak en bouwmaterialen tot sensoren die ‘live’ de temperatuur, luchtvochtigheid en het energieverbruik meten. De buitenkant van een woning brengen we met drones in kaart. Op deze manier wordt bijvoorbeeld de staat van het dak en schilderwerk duidelijk. Met geavanceerde LiDAR-camera’s worden scans en foto’s gemaakt van de binnenkant. Denk aan kamers, lampen, leiding- en stucwerk en cv-installaties. Alle verzamelde data en beelden worden vervolgens verwerkt tot een gedetailleerd digitaal 3D-model van de woning.

Hoewel dit innovatieproject nog in de pilotfase zit, biedt het verzamelen van data van een woning of complex volgens Theunissen veel kansen voor slimmer woningonderhoud en een betere service aan huurders. “We maken zoveel mogelijk gebruik van real-time data, zoals het energieverbruik of het aantal keer dat de lift wordt gebruikt. Als wij weten wanneer de lift kapot kan gaan, dan kunnen we deze beter preventief onderhouden dan repareren wanneer het te laat is. Dat scheelt veel gedoe voor bewoners.”     

Betere dienstverlening aan huurders

Voorspellend onderhoud leidt volgens Theunissen tot kostenefficiëntie, en dat komt uiteindelijk ten goede van de huurders. “Slimmer, duurzamer en goedkoper onderhoud van onze woningvoorraad betekent dat er meer geld overblijft voor het bouwen van betaalbare, nieuwe woningen voor mensen met een kleinere portemonnee. Bovendien kunnen wij op deze manier onze dienstverlening flink verbeteren. Als een huurder ons nu belt over een lekkage op het dak, dan moeten we eerst zelf bij de woning gaan kijken en vervolgens weer een aannemer sturen voor de reparatie. Bij een digital twin zien we op afstand gelijk wat er aan de hand is en kunnen we veel sneller handelen.”

Dit betekent wel dat met digital twin veel data wordt verzameld, zoals het energieverbruik in woningen. Theunissen: “Om de binnenkant van een woning in kaart te brengen, moet je natuurlijk bij mensen naar binnen. Bij onze testlocaties vragen we dan ook duidelijk toestemming van bewoners. Uiteraard houden we ons aan de privacywetgeving. We hoeven niet te weten hoe vaak iemand de douche gebruikt. Het is voor ons belangrijk om voorzichtig en verantwoord om te gaan met de verzamelde data. We gebruiken het om ons onderhoud te voorspellen en onze dienstverlening te optimaliseren.”