De Haarlemmerhout: van wildernis tot wandelpark
Geen park heeft de geschiedenis van zijn stad zo meebeleefd als de Haarlemmerhout. Dit oudste stadsbos van Nederland is tegenwoordig omgeven door woonwijken, maar dat was vroeger wel anders. Als restant van een groot bosgebied heeft het niet alleen zijn formaat zien veranderen, maar ook zijn functie. Door de tijd heen veranderde de Hout van een gebruiksbos in een siertuin, om uit te groeien tot het monumentale stadspark van nu.
Inhoudsopgave

Gezicht in de Haarlemmerhout bij de kruising van de Koningin Wilhelminalaan en de Dreef, 1767. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 46284).
Waar de meeste steden klein beginnen en steeds groter groeien, is dat bij bossen precies andersom. Honderden jaren geleden lag er een groene strook van bos en duinen tussen Den Haag en Alkmaar. Vanaf het jaar 1000 begon dit landschap snel te verdwijnen door de groei van de bevolking. Het hout werd gebruikt om huizen van te bouwen of de haard mee aan te maken. De Haarlemmerhout ten zuiden van Haarlem is een restant van dit bosgebied. Het staat tegenwoordig bekend als het oudste stadsbos van Nederland.
Dat wil niet zeggen dat ‘de Hout’, zoals het bos in de volksmond genoemd wordt, al sinds de middeleeuwen onveranderd is. Het gebied is meerdere malen compleet of gedeeltelijk gekapt: tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten (1426), de opstand van het Kaas en broodvolk (1492) en tachtig jaar later nog eens, tijdens het Beleg van Haarlem (1572-’73) door de Spanjaarden. Maar elke keer werd de Hout opnieuw beplant. Een kwestie van eer, het bos was namelijk eigendom van de graven van Holland. Door een tijdgenoot werd het omschreven als ‘een sieraad en een verlustiging van het land van Holland’.

Vergezicht naar het zuidoosten over de Haarlemmerhout en het Zuider Buiten Spaarne, 1684. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 41473).
Toegangspoort tot de stad
10 jaar na de laatste belegering door de Spanjaarden kreeg de Hout een nieuwe beheerder. Het bos kwam in 1583 in erfpacht bij de stad Haarlem en die begon meteen met de herbeplanting. Dat werd in vijf fasen gedaan, over een periode van ruim 170 jaar. Als eerste was de ‘Kleine Hout’ aan de beurt: het gebied tussen de huidige Dreef/Fonteinlaan en de Kleine Houtweg. Het bos kreeg nu naast een gebruiksfunctie ook een sierfunctie. Zoals alle tuinen uit die tijd, werd de Hout verdeeld in symmetrische vlakken.
In 1603 volgde de ‘Nieuwe Hout’ ten oosten van de Wagenweg. Ook hier werd gebruikgemaakt van vlakken, maar die werden doorsneden door een dwarse laan tussen de Wagenweg en de Kleine Houtweg. In de zeventiende eeuw komt de Franse baroktuin in de mode en dat is ook in de vormgeving van de Haarlemmerhout terug te zien. Baroktuinen zagen er strak en symmetrisch uit. De richting van de wandelpaden was meestal georiënteerd op een gebouw. In dit geval was dat de Grote Houtpoort. In het verlengde van de Houtpoort groeide de Dreef, die in 1660 beplant werd met rijen iepen, uit tot de toegangspoort van de stad.

Manuscriptkaart van de Haarlemmerhout, 1755-1756. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 52110).
Sterrenbos en slingerpaden
Een derde beplanting volgde in 1665, waarbij de Spanjaardlaan dezelfde statige uitstraling kreeg als de Dreef. Helaas zijn de eeuwenoude linden die hier stonden in 1961 gekapt. Ook de Kleine Houtweg, die naar de Kleine Houtpoort liep, werd in 1702 beplant met linden. Het jaar daarop was het ‘Hobbelde Veld’ ten westen van de Dreef aan de beurt. Deze werd voorzien van een lanenstelsel, met als hoogtepunt een sterrenbos van acht lanen rondom een pleintje met een boom. Een speels element, dat de wandelaar in het midden een weids uitzicht in acht richtingen bood.


De herbeplanting van de Hout werd in 1755 voltooid met de inrichting van het ‘Kaatsveld’ en het ‘Mennistenbos’. Hier wordt de overgang van de strakke en symmetrische baroktuin naar de meer natuurlijke Engelse landschapsstijl al zichtbaar, waarbij ronde vormen en organische patronen een belangrijke rol speelden. Het Kaatsveld kreeg een lanenkruis met een rond lindenplein in het midden. Eromheen liep een beukenrond als ringlaan. De bosvlakken waren voorzien van kronkelige slingerpaden. Die mochten misschien heel natuurlijk ogen, maar niets was minder waar. Zelfs de meest vloeiende kronkels waren op de tekentafel uitgewerkt.

Kaart van een gedeelte van de Haarlemmerhout langs de Spanjaardslaan, 1703. De strakke vormgeving van de Franse baroktuin is hier goed te zien. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 52108).
De voortuin van Henry Hope
Ondertussen ontstond rondom de Haarlemmerhout een landschap van buitenplaatsen. Begonnen deze buitens in de zeventiende eeuw nog als simpele woningen met een tuin, in de achttiende eeuw werden de huizen uitgebouwd tot ware villa’s. Tuinen werden vergroot en verfraaid met kassen, theekoepels en prieeltjes. De steenrijke bankier Henry Hope (1735-1811) liet er tussen 1785 en 1792 Paviljoen Welgelegen bouwen, met uitzicht op de Kleine Hout. Daarmee veranderde het stadsbos in zijn openbare voortuin. Om zijn uitzicht meer allure te geven, vroeg Hope het Haarlemse stadsbestuur toestemming om een lange laan van het paviljoen naar de Zuiderhout te laten aanleggen.
Het stadsbestuur stemde in. Hope liet een ontwerp maken door tuinarchitect Johann Georg Michael (1738-1800), die al vele baroktuinen in landschapsstijl had omgetoverd. Michaels eerste ontwerp van de Haarlemmerhout dateert uit 1788 en toont alleen de herbeplanting van het noordelijk deel, vlak onder Welgelegen. Van het zuidelijk gelegen Kaatsveld maakte hij pas het jaar daarop een tekening. Michael liet langs de centrale laan naar het zuiden golvende gazons en bosranden met nieuwe slingerpaden aanleggen, evenals twee voor die tijd opvallend strakke vijvers.

Gezicht vanuit de Haarlemmerhout op Paviljoen Welgelegen, 1793. Wandelaars lopen op de laan door de Hout. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 41763).
Natuurlijk landschapspark
Misschien was het om de oude bomen te sparen, maar de strakke vormgeving van de Hout bleef met het ontwerp van Michael grotendeels intact. Ook Hopes zichtlaan zou blijvend zijn stempel op de Hout drukken. Deze bleef zelfs gespaard toen het bos in de negentiende eeuw in een landschapspark veranderde. Dat gebeurde naar een ontwerp van Jan David Zocher jr. (1791-1870) uit 1827. In dit plan bleef Hopes uitzicht bestaan, maar zorgden nieuwe wegen en bomen voor een andere uitstraling. De twee strakke vijvers liet Zocher veranderen in een natuurlijke slingervijver, die beter in de nieuwe stijl paste. Ook creëerde hij een hertenkamp, dat op veel prentbriefkaarten van rond 1900 is afgebeeld.

Ontwerp voor een nieuwe aanleg en inrichting van de Haarlemmerhout door J.D. Zocher, 1827. Op deze kaart zijn de natuurlijke vormen van de Engelse landschapsstijl goed zichtbaar. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 52204).
Groene hart van Haarlem
Een mooie tuin moet natuurlijk ook onderhouden worden. Aan het begin van de twintigste eeuw lag de Hout er verwaarloosd bij. Besloten werd om de aanleg opnieuw te herzien. Leonard Anthony Springer (1855-1940) maakte in 1902 een nieuw ontwerp, dat vanaf 1908 uitgevoerd werd. Misschien zou de Hout er vandaag de dag nog zo uit hebben uitgezien, als de Tweede Wereldoorlog geen roet in het eten had gegooid. De Duitse bezetter liet een brede tankgracht graven, die het stadsbos in tweeën splitste. En tijdens de koude oorlogswinters grepen de Haarlemmers terug op een oude traditie: het sprokkelen van brandhout in de Haarlemmerhout. Weg waren de nieuwe bomen.
Het huidige stadspark ontstond pas in de naoorlogse jaren, toen herstelwerkzaamheden uitgevoerd werden aan de Hout. Tussen 1955 en 1961 kreeg het park de vorm die het nu nog steeds heeft. De lange laan die Hope liet aanleggen, is nog altijd het belangrijkste wandelpad door de Kleine Hout. Hier lopen in het weekend talloze families met kinderen, op weg naar de kinderboerderij, het theehuis en de fontein met het Hildebrandmonument. De Grote Hout aan de overkant van de Fonteinlaan heeft meer het karakter van een bos, met oude bomen en zeldzame planten. Samen vormen ze het groene hart van Haarlem.

Kinderen bij het hertenkamp in de Haarlemmerhout, 20e eeuw. Collectie prentbriefkaarten van Lou Braakman te Haarlem, Noord-Hollands Archief (inventarisnummer 2478).
Auteur: Sarah Remmerts de Vries
Literatuur:
- Jhr. F.W.A. Beelaerts van Blokland, Mr. L.H.M. Quant etc., Paviljoen Welgelegen 1789-1989. Van buitenplaats van de bankier Hope tot zetel van de provincie Noord-Holland (Haarlem 1989).
- Christian Bertram, Noord-Hollands Arcadia. Ruim 400 Noord-Hollandse buitenplaatsen in tekeningen, prenten en kaarten uit de Provinciale Atlas Noord-Holland (Alphen aan den Rijn 2005).
- Visit Haarlem, Stadsbos de Haarlemmerhout.