De provincie Noord-Holland heeft een geitenstop ingevoerd. Geitenhouderijen mogen met ingang van 12 december 2018 niet meer uitbreiden. Ook mogen nieuwe bedrijven zich niet meer vestigen en is het omzetten van een agrarisch bedrijf naar een geitenhouderij niet meer toegestaan. Verder mogen bedrijven niet meer verder groeien.
Bedrijven die voor 12 december 2018 een vergunning hebben aangevraagd vallen hier niet onder. Deze kunnen in behandeling worden genomen en hoeven niet te worden getoetst aan de verklaring.
Deze stop geldt ook voor particulieren die hun dieren bedrijfsmatig houden (of daarmee vergelijkbaar zoals de verkoop van geitenproducten).
De stop geldt niet als in totaal minder dan 10 geiten worden gehouden.
De provincie neemt dit besluit uit voorzorg, omdat uit onderzoek in opdracht van het Rijk blijkt dat omwonenden in straal van 2 kilometer rondom geitenhouderijen een verhoogde kans op longontsteking hebben.
Op dit moment loopt er een groot landelijk onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar de mogelijke samenhang tussen geitenhouderijen en longklachten bij omwonenden. Zodra de precieze oorzaken van de gezondheidseffecten duidelijk zijn, wordt ook duidelijk of, en zo ja welke, (bedrijfs)maatregelen genomen kunnen worden. De afronding van dat onderzoek wordt in 2021 verwacht. Zolang er onduidelijkheid bestaat over de precieze oorzaken, is het vanuit het voorzorgprincipe nodig dat het aantal gehouden geiten in de provincie Noord-Holland niet verder toeneemt.
De regels voor de geitenhouderij zijn vastgelegd in de Omgevingsverordening NH2020. Uit voorzorg voor de volksgezondheid is het niet toegestaan om een nieuwe geitenhouderij op te starten, om te schakelen naar een geitenhouderij of een bestaande geitenhouderij uit te breiden.