Enkhuizen

Snouck van Loosenhuis, de Dijk 36 Enkhuizen
Snouck van Loosenhuis, de Dijk 36 Enkhuizen

Enkhuizen is op alle mogelijke manieren verbonden geweest met de slavernij. Het was een van de zetels van die andere Noord-Hollandse afdeling (‘Kamer’) van de WIC buiten Amsterdam, de Kamer Noorderkwartier. De andere zetel was in Hoorn, maar ook Medemblik, Alkmaar, Edam en Monnickendam maakten deel uit van deze WIC-kamer. Recentelijk zijn de fundamenten opgegraven van het Enkhuizense West-Indisch Huis aan de Paktuinen. Daarbij werden in een oude waterput ook zogenaamde kaurischelpen gevonden, die door de VOC uit Azië waren aangevoerd en door de WIC in de mensenhandel in Afrika als ruilmiddel werden gebruikt.

Archeologie West-Friesland, HoornArcheologie West-Friesland, Hoorn - vondsten
Foto’s: Archeologie West-Friesland, Hoorn

De WIC was belangrijk voor Enkhuizen en dat betekent dat ook heel wat bewindhebbers van de WIC hier vandaan kwamen en belangrijke posities in de stad hebben gehad als regentenen burgemeesters. In ieder geval 34 zijn er bekend, waarvan zes families meerdere WIC-bewindhebbers hebben geleverd, zoals de families Semeyns, Huygh, van der Burg, Roos en bovenal Duyvensz (4x) en (Snouck) van Loosen (5x). Vaak burgemeester, maar geen WIC bewindhebbers – wel bij de VOC –, en zeer actief in de mensenhandel met Afrika waren de Gebroeders Haak. Zij waren verwant aan de van Loosens en hielden soms zelfs kantoor in hun prachtige pand aan de Dijk.

Schippers konden via een speciaal poortje de koepel van dit huis bereiken om met de heren zaken te doen. Bijvoorbeeld in 1784 charterde Dirk Elias van Loosen onder directie van de firma Gebr. Haak, het fregatschip de Paramaribo om naar Elmina in Afrika te varen, met als vracht onder meer brandewijn. Vandaar moest het naar Suriname of Curaçao varen met een lading slaafgemaakte mannen, vrouwen en kinderen, en volgens de instructies mochten de hoofdofficieren van het schip, voor eigen rekening vier tot zes slaven verhandelen. Dat was een gebruikelijke – en aantrekkelijke –aanmoedigingspremie in dietijd. Uiteindelijk zijn er 313 Afrikanen ingeladen en 273 levend aangekomen aan de andere kant van de oceaan.

In Enkhuizen werden enige tientallen schepen voor de WIC gebouwd en, waarschijnlijk mede daardoor, voeren er ook nogal wat slavenschepen met Enkhuizen in hun naam: de Stad Enkhuizen, de Maagd van Enkhuizen, de Nieuw Enkhuizen en de Eendracht van Enkhuizen. Deze schepen werden in belangrijke mate uitgerust door de firma van Matthijs ten Broeck uit deze stad. Bovendien geven de monsterrollen van de opvarenden van de WIC-schepen van de Enkhuizense afdeling van de Kamer Noorderkwartier aan dat er heel wat bemanningsleden uit deze regio kwamen. En ook schippers kwamen hier vandaan zoals Jan Bloem die halverwege de 17e eeuw op en neer voer naar Nieuw Nederland (New York) en Curaçao.