Aanbestedingen
De provincie is opdrachtgever voor al het openbaar vervoer in de gebieden Noord-Holland Noord, Haarlem/IJmond en Gooi en Vechtstreek. Wettelijk is bepaald dat het stad- en streekvervoer alleen verricht kan worden door vervoerders aan wie toestemming (een concessie) is verleend. Een concessie geeft aan een vervoerder het alleenrecht om onder voorwaarden het openbaar vervoer te verzorgen in een bepaald gebied voor een bepaalde tijd.
De provincie verleent een concessie na een Europese aanbesteding. Vooraf maakt de provincie een Programma van Eisen, waarin zij de eisen aangeeft waaraan het openbaar vervoer ten minste moet gaan voldoen. De provincie wil ruimte bieden aan vervoerders om zelf een grote rol te spelen in de verbetering van het openbaar vervoer en schrijft dus niet alles voor. Bij de totstandkoming van dit Programma van Eisen zijn ook de gemeenten in het gebied betrokken, evenals consumentenorganisaties. Daarnaast zijn de eisen ook aan de vervoerders voorgelegd via een marktconsultatie.
De laatst verleende busconcessie is die voor Noord-Holland Noord, die juli 2018 van kracht werd. De looptijd van de concessies is als volgt:
- Noord-Holland Noord tot medio 2028
- Haarlem-IJmond tot september 2027
- Gooi en Vecht tot medio 2021
Aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek
De provincie Noord-Holland is opdrachtgever van de openbaar vervoer concessie in de Gooi en Vechtstreek waar de gemeenten Hilversum, Wijdemeren, Gooise Meren, Blaricum, Huizen, Laren en Weesp onder vallen (Eemnes behoort niet tot de provincie Noord-Holland maar wordt wel betrokken bij deze concessie). De huidige concessie eindigt op 10 juli 2021.
Op 9 juli 2019 stelden Gedeputeerde Staten o.a. het Programma van Eisen voor de nieuwe openbaar vervoer concessie vast. In de Nota van Zienswijzen staat omschreven hoe de ingediende zienswijzen in het definitieve Programma van Eisen zijn verwerkt. Hierna is provincie de aanbesteding gestart en heeft ze vervoerders uitgenodigd een offerte in te dienen die ten minste moet voldoen aan wat er in het Programma van Eisen is gevraagd. Naast Transdev Nederland (zustermaatschappij van Connexxion, de huidige vervoerder), hebben EBS en Arriva op 9 december 2019 een inschrijving gedaan.
Op 10 maart 2020 heeft de provincie de inschrijving van Transdev beoordeeld als de inschrijving met de beste prijs-kwaliteitsverhouding. Transdev is daarna gestart met implementatie van de nieuwe concessie.
Onderdeel van de aanbieding van Transdev is het voorstel voor een nieuw buslijnennetwerk. Dit nieuwe netwerk wordt in stappen ingevoerd. Ieder jaar doet Transdev een voorstel voor de nieuwe dienstregeling, waarbij telkens een stukje van het nieuwe netwerk wordt ingevoerd. De gemeenten en ROCOV (Reizigersoverleg Consumentenbelangen OV) geven ieder jaar advies over het voorstel van Transdev voor de nieuwe dienstregeling. Naar aanleiding van dat advies kunnen nog kleine veranderingen plaatsvinden. De grootste veranderingen in het lijnennetwerk wordt in december 2022 verwacht. Op bijgevoegde kaart (pdf, 1MB) is dit netwerk te zien.
Martijn de Rooi zegt op 27-02-2020 01:09
Als gebruiker van het ov in de regio heb ik ernstig bezwaar tegen het feit dat de provincie busbedrijf Egged Bus Systems (EBS) tot de aanbesteding heeft toegelaten of daar zelfs voor heeft uitgenodigd. Zoals uit uw risico-analyse ten overvloede zal zijn gebleken is moederbedrijf Egged betrokken bij grove mensenrechtenschendingen en mogelijke oorlogsmisdaden. Het toelaten van EBS tot de aanbesteding is in strijd met de verplichtingen die de provincie heeft in het kader van het mensenrechtenbeleid en het Maatschappelijk Verantwoord Inkopen; beide hebben expliciet tot doel ‘het voorkomen van mensenrechtenschendingen in de keten’. Het staat ook op gespannen voet met de verplichtingen voor staten en alle daartoe behorende organen onder internationaal humanitair recht – denk aan de Vierde Conventie van Genève en de daarop gebaseerde bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. EBS zou in Nederland alleen tot aanbestedingen mogen worden toegelaten als het zich losmaakt van Egged.
Als ov-gebruiker acht ik mij direct belanghebbend, temeer daar een eventuele keuze voor EBS zou betekenen dat ik vanaf 11 juli 2021 gedurende 8,5 jaar in mijn eigen regio geen busvervoer heb. Zoals velen zal ik niet van EBS-diensten gebruikmaken; ik wens met mijn euro’s niet de kas van EBS en zodoende van Egged te spekken (hun kassen zijn, voor alle duidelijkheid, communicerende vaten). Ik ben van mening dat de provincie dat ook niet moet doen en de plicht heeft álle burgers goed ov te bieden, niet alleen burgers die niets om mensenrechten geven of zonder dat te weten bijdragen aan het welzijn van Egged.
Uit het oogpunt van mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen – waarin de overheid naar eigen zeggen een voorbeeldrol vervult – is het toelaten van EBS tot de aanbesteding een vérgaand besluit met een sterke politieke lading. Dat gaat, vind ik, niet alleen mij, maar alle bewoners van de regio aan, en daar hoort bij dat zij zorgvuldig op de hoogte worden gesteld en royaal de gelegenheid krijgen hun bezwaren kenbaar te maken.