PFAS

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) zijn stoffen die van nature niet in het milieu voorkomen. PFAS kunnen een risico vormen voor de gezondheid van mensen, dieren en planten.

Wat is er aan de hand?

PFAS zijn stoffen die door mensen zijn gemaakt vanwege hun specifieke eigenschappen. Ze zijn bijvoorbeeld brandwerend of vuil- en waterafstotend. PFAS worden al decennia gebruikt in industriële en andere processen. PFAS zijn in veel producten toegepast. Denk bijvoorbeeld aan antiaanbaklagen in pannen, textiel, cosmeticaproducten en blusschuim. Van een aantal PFAS’en is bekend dat ze negatieve effecten hebben op het milieu. Ze zijn namelijk persistent, mobiel en nauwelijks biologisch afbreekbaar. De stoffen PFOS en PFOA behoren tot de zogenaamde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Dit zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Inmiddels zijn de meeste toepassingen verboden. Door verspreiding via lucht en water zijn deze stoffen in het milieu terechtgekomen. PFAS worden inmiddels in Nederland, Europa en wereldwijd aangetroffen in bodem, bagger, grond- en oppervlaktewater.

PFAS in Noord-Holland

PFAS zitten ook in Noord-Holland in de grond. Uit onderzoek van de provincie blijkt dat PFOS en PFOA bijna overal in lage gehalten voorkomen. Andere PFAS, zoals GenX, komen in de provincie niet of nauwelijks voor. Deze lage gehalten vormen volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geen gezondheidsrisico voor mens of milieu. Kijk voor meer informatie over de risico’s van PFAS voor gezondheid en milieu op de website van het RIVM.

In 2022 en 2023 laat de provincie onderzoek uitvoeren naar zogenaamde aandachtslocaties PFAS. Er wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van PFAS op verschillende locaties met een verdenking op verontreiniging, waar deze op basis van het gebruik van de locatie mogelijk tot risico’s kan leiden voor de mens en/of het drinkwater. De provincie Noord-Holland beschouwt de aandachtslocaties PFAS als een bijzondere categorie van potentiële spoedlocaties. Het aanpakken en/of beheersen van spoedlocaties onder de Wet bodembescherming is een provinciale taak. Daarom wil de provincie ervoor zorgen dat de aandachtslocaties onderzocht worden en indien nodig aangepakt en/of beheerst worden. Dit gebeurt in navolging van het landelijk traject om meer zicht en grip te krijgen op de aanwezigheid van mogelijk met PFAS verontreinigde spoedlocaties. 

Eind 2022 heeft de provincie onderzoek laten uitvoeren naar de bodem van moestuinen in het duingebied van Zandvoort en Egmond. Daaruit blijkt dat de bodem van de moestuinen licht verhoogde concentraties PFAS bevat. De vastgestelde waarden zijn dermate laag, dat er geen aanleiding is tot het nemen van noodmaatregelen zoals sanering. In 2023 vindt in de tuinen van Egmond gewasonderzoek plaats, voor meer duidelijkheid over hoe PFAS in de bodem zich verhoudt tot het gehalte in gewassen.

Ook laat de provincie onderzoek uitvoeren naar het fenomeen seaspray in relatie tot de aanwezigheid van hogere gehalten PFAS in de kuststrook. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de overige kustprovincies en Rijkswaterstaat. In november 2022 is als eerste stap in opdracht van de provincie een wetenschappelijke beschouwing naar seaspray en PFAS uitgevoerd door de Vrije Universiteit. In 2023 wordt hier een vervolg aan gegeven. 

Beleidsregel PFAS Noord-Holland 2022

De provincie is verantwoordelijk voor bodemsanering en heeft de Beleidsregel PFAS Noord-Holland 2022 vastgesteld. Deze beleidsregel vervangt de oude beleidsregel PFAS uit 2019.

Volgens de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) tonen nieuwe wetenschappelijke inzichten aan dat PFAS schadelijker voor de mens lijken te zijn dan verwacht. Daartoe heeft het RIVM in 2021 in opdracht van het Ministerie van I&W nieuwe risicogrenswaarden bepaald voor PFAS in grond en grondwater. Lees hier meer informatie over de beoordeling van het RIVM van het EFSA-rapport en gezondheidskundige consequenties. Nadat het RIVM een impactanalyse heeft uitgevoerd voor de nieuwe waarden, heeft de minister van I&W per brief aan de Tweede Kamer in mei 2022 laten weten dat de nieuwe waarden van het RIVM in de praktijk door overheden gebruikt kunnen worden.

De nieuwe risicogrenswaarden voor grond en grondwater zijn in de aangepaste beleidsregel vertaald in een nieuw (verlaagd) saneringscriterium voor grond. Ook voor grondwater zijn de nieuwe risicogrenswaarden overgenomen, voor grondwater exclusief consumptie. Voor grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden en waterwingebieden geldt een strengere norm, om de kwaliteit van ons (toekomstig) drinkwater te beschermen. Voor de achtergrondwaarden wordt aangesloten op de landelijk door het RIVM vastgestelde achtergrondwaarden in grond (2020) en grondwater (2021). Deze zijn in lijn met de achtergrondwaarden als in 2019 vastgesteld voor de provincie. 

Landelijk zijn de nieuwe risicogrenswaarden door het Rijk nog niet vertaald in (definitieve) interventiewaarden bodemsanering. De provincie houdt de landelijke ontwikkelingen voor wat betreft PFAS in de bodem nauwlettend in de gaten en past zo nodig de beleidsregel daarop aan. De uitvoering van de bevoegd gezag taken is neergelegd bij de omgevingsdiensten in Noord-Holland. Alle omgevingsdiensten verlenen vergunningen. De Omgevingsdienst Noord-Holland Noord is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die vergunningen.

Hergebruik en verplaatsen van grond

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat  heeft op 13 december 2021 een geactualiseerd handelingskader (HK) PFAS naar de Tweede Kamer gestuurd.  Het Handelingskader kent vooral regels die relevant zijn voor hergebruik van PFAS houdende grond en baggerspecie. 

De meeste bodemverontreinigingen met PFAS zijn beperkt en leiden niet tot overschrijding van het saneringscriterium. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de omgang met licht verontreinigde grond. Diverse gemeenten, zoals in de regio Noordzeekanaalgebied, stellen met hulp van de omgevingsdiensten beleid en bodemkwaliteitskaarten op. De gemeenten kunnen de beleidsregel van de provincie gebruiken als kader voor het vaststellen van gemeentelijk (aangepast) beleid voor het verplaatsen van grond en aansluiten bij de normering in deze beleidsregel.