Aanpak bodemverontreiniging CINDU-terrein
Het CINDU-terrein (Chemische INDustrie Uithoorn) is de plek met de grootste bodemverontreiniging van Noord-Holland. De vervuiling komt door oude chemische fabrieken die hier tot eind vorige eeuw stonden. De provincie Noord-Holland werkt samen met een aantal partijen om de vervuiling aan te pakken. Zo wordt het terrein veilig gemaakt voor de toekomst. Er is geen gevaar voor de gezondheid van omwonenden en gebruikers van het terrein.
Historie en maatregelen
Vanaf het begin tot het eind van de twintigste eeuw maakten de fabrieken op het CINDU-terrein producten van steenkoolteer en kunststoffen. Daarbij kwamen vervuilende stoffen in de bodem terecht. In de jaren ’90 begon de aanpak om de vervuiling niet verder te laten verspreiden, volgens het toenmalige beleid: ‘beheersen’. Dat betekende dat de vervuiling mocht blijven liggen, zolang werd voorkomen dat deze zich verspreidde. Deze maatregelen waren:
- Plaatsing van een damwand van ongeveer 7 meter diep rond het industrieterrein
- Opvangen en zuiveren van verontreinigd grond- en regenwater
De eigenaar van het terrein, Amstelbeheer BV (voormalig CINDU), beheert deze maatregelen voor onbepaalde tijd. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen CINDU en het Rijk uit 1990, waarbij is bepaald dat de verontreiniging volgens het IBC-principe (Isoleren, Beheersen, Controleren) wordt beheerd. De provincie controleerde of deze taken goed werden uitgevoerd en of de maatregelen voldoende werkten. Tegenwoordig controleert de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied dit.
Kaart projectgebied CINDU
Op de kaart staat aangegeven:
- Het voormalige bedrijventerrein van CINDU (oranje en groen)
- De aangrenzende woonwijk (blauw) - geen onderdeel van het projectgebied
- De damwand (rood) die de vervuiling tegenhoudt
De fabrieken op het CINDU-terrein zijn al een tijd weg. In 2020 heeft de provincie de bodem daar opnieuw onderzocht. Hieruit blijkt dat er extra maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat de vervuiling zich verder verspreidt. Deze maatregelen komen boven op het werk dat in de jaren ’90 is gedaan, zodat de bodem ook in de toekomst veilig blijft.
Het onderzoeksrapport is ingediend bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. In 2021 gaf de Omgevingsdienst een zogeheten beschikking ‘ernst en spoed’ (pdf) af voor het terrein. Dit betekent dat het terrein ernstig vervuild is. Daarom zijn er extra onderzoeken en maatregelen nodig om verspreiding van de vervuiling te voorkomen. De provincie is hiervoor verantwoordelijk.
Het landelijke beleid voor het saneren van vervuilde bodem stond lange tijd in de Wet bodembescherming (Wbb). Sinds 1 januari 2024 valt dit beleid onder de Omgevingswet. Omdat de aanpak van het CINDU-terrein al vóór die datum is gestart, gelden hier nog steeds de regels en werkwijze van de Wbb. De minimale verplichtingen van de provincie zijn:
- De risico’s van de vervuiling zo veel mogelijk wegnemen
- Langdurige beheersmaatregelen (zoals het opvangen en zuiveren van grondwater) beperken
De provincie heeft meerdere aanvullende onderzoeken laten uitvoeren om een volledig beeld te krijgen van de risico’s. Dit naar aanleiding van de beschikking uit 2021 (‘ernst en spoed’) en vanwege vragen uit de omgeving:
Luchtonderzoek (oranje)
Bij de nieuwe bedrijven op het terrein (oranje omlijnd gebied op de kaart) is luchtonderzoek (pdf) gedaan. Daaruit blijkt dat er geen gezondheidsrisico’s zijn voor gebruikers van de gebouwen.
Bodemonderzoek naastliggende UBA-terrein (blauw)
Naast het CINDU-terrein is aanvullend bodemonderzoek gedaan. Hieruit is geen CINDU-gerelateerde vervuiling aangetroffen. Er is wel vervuiling in een zogeheten ophooglaag. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Uithoorn. Bekijk de website van de gemeente voor meer informatie.
Waterbodemonderzoek watergangen binnen de damwand (oranje en groen)
In het oranje en groen omlijnde gebied op de kaart is extra onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de waterbodem. Hieruit blijkt dat de waterbodem sterk vervuild is. Deze vervuiling wordt meegenomen in de totale aanpak die de provincie nu verder uitwerkt.
De provincie heeft op basis van de beschikking uit 2021 een aanpak voor het CINDU-terrein opgesteld, met als doelen:
- Het wegnemen van de risico’s, zodat er geen sprake meer is van spoed
- Bijdragen aan het aanpakken van vervuiling die toekomstige ontwikkelingen in het gebied nu nog tegenhoudt
Het Rijk ondersteunt deze aanpak financieel.
Vervolgstappen
Eind 2025 maakt de provincie een plan om de vervuiling in het grondwater aan te pakken (zie de oranje en groen omlijnde gebieden op de kaart). De verwachting is om in 2026 te beginnen met de uitvoering van dit plan. Samen met de gemeente onderzoekt de provincie of we een klein deel van het terrein (binnen het oranje gebied op de kaart) al kunnen schoonmaken. Zo kan daar later ruimte komen voor woningen én bedrijven. Door dit deel eerst aan te pakken, weten we beter hoe we de rest van het CINDU-terrein kunnen saneren.
De gemeente Uithoorn wil het CINDU-terrein in de toekomst ontwikkelen tot een woon- en werkgebied. De ligging aan de Amstel en de goede bereikbaarheid maken het terrein aantrekkelijk, vooral nu er te weinig woningen zijn. De provincie en de gemeente onderzoeken samen met het Rijk of dit plan haalbaar is. Nu heeft het terrein nog de bestemming ‘industrie’, waar tijdelijk enkele bedrijven zijn.
Bij een nieuwe bestemming moeten eigenaren en ontwikkelaars extra saneren. Bijvoorbeeld door een leeflaag aan te brengen, zodat tuinen veilig kunnen worden aangelegd.