Wij gebruiken op onze website cookies zodat u de website goed kunt gebruiken. Dit zijn analytische cookies en cookies van YouTube. Wilt u deze website bezoeken? Dan gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies.

Afval

De provincie wil voorkomen dat afval ontstaat en stimuleert hergebruik of recycling van grondstoffen. Dat doet de provincie om negatieve gevolgen voor de leefomgeving door opslag en verwerking van afval tegengaan. Toch zal er altijd wel afval blijven dat niet te hergebruiken is.

Afval dat niet kan worden hergebruikt of worden verbrand, belandt op een stortplaats. De provincie is verantwoordelijk voor 8 stortplaatsen.

Stortplaatsen

Veel van ons afval, zoals staal, hout en plastic wordt ingezameld, gesorteerd en hergebruikt. Maar dit kan nog niet met alle materialen. Veel huisvuil wordt nog verbrand door een afvalcentrale. Er is ook afval dat niet kan worden verbrand. Bijvoorbeeld omdat het niet brandbaar is of omdat in het afvalstoffen zitten die gevaarlijk zijn voor het klimaat of onze gezondheid. Denk aan asbest of PFAS. Afval dat niet kan worden hergebruikt of verbrand, komt op stortplaatsen terecht. Dit is nog maar 4% van al het afval in Nederland.

Regels over hoe een (gesloten) stortplaats moet worden ingericht en hoe we voorkomen dat stoffen in de omgeving en in de lucht terechtkomen, staan in de omgevingswet als milieubelastende activiteit. De regels voor de nazorg als een stortplaats niet meet gebruikt wordt, staan in de Wet milieubeheer. Deze wet geldt voor stortplaatsen die na 1996 zijn gesloten of nu nog in gebruik zijn.

Er zijn in Noord-Holland 2 stortplaatsen en 1 baggerstortplaats waar nog kan worden gestort, de zogenaamde operationele stortplaatsen:

  • Stortplaats Wieringermeer in Middenmeer 
  • Stortplaats Sortiva in Alkmaar 
  • Baggerstortplaats (onder water) Amerikahaven in Amsterdam

Op 5 locaties kan niet meer worden gestort, maar is de provincie nog wel verantwoordelijk:

  • Baggerstortplaats (onder water) De Poel bij Zaandam 
  • Baggerstortplaats Insteekhaven in Den Helder 
  • Stortplaats Schoteroog in Haarlem 
  • Stortplaats Hollandse Brug in Naarden 
  • Stortplaats Nauerna in Assendelft

Bovengenoemde 8 locaties vallen onder de nazorgregeling Wet milieubeheer en de omgevingswet als milieubelastende activiteit.

250 andere voormalige stortplaatsen

Naast deze stortplaatsen zijn er nog 250 andere voormalige stortplaatsen in Noord-Holland die al voor 1996 zijn gesloten. Hier is in het verleden vooral huisvuil gestort en ze zijn vaak kleiner. Deze vallen niet onder de Wet milieubeheer. De grondeigenaren van deze locaties zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de grond en het grondwater. Dit wordt of door de gemeente (omgevingswet) of door de provincie (overgangsrecht Wet bodemsanering) gecontroleerd.

Operationele stortplaatsen worden beheerd door bedrijven. Zij richten een stortplaats in en houden het open. Zij zorgen ook dat de omgeving geen last heeft van de stortplaats. Dat doet het bedrijf in overleg met de provincie en de omgevingsdienst. Alle regels over hoe een stortplaats moet worden ingericht en hoe wordt voorkomen dat stoffen in de omgeving en in de lucht terechtkomen, staan in de omgevingswet als ‘milieubelastende activiteit’. Hiervoor wordt een  vergunning afgegeven door de omgevingsdienst Noordzeekanaal gebied in opdracht van de provincie. Daarnaast ziet de provincie erop toe dat vooraf rekening gehouden wordt met de nazorg volgens de nazorgregeling in de Wet milieubeheer. De provincie controleert regelmatig of de eigenaren zich houden aan de regels.

Aanleg en beheer stortplaats

Voordat het afval wordt gestort, wordt de stortplaats veilig ingericht om te voorkomen dat afvalstoffen in het grondwater en gevaarlijke gassen in de lucht komen. De plek wordt daarom afgegraven en op de bodem wordt een dikke folie neergelegd. Dit voorkomt dat afvalstoffen het grondwater in zakken. Het vervuilde water dat niet meer verder naar beneden kan, wordt ter hoogte van de folie opgevangen en afgevoerd. Dit water wordt schoongemaakt door een waterzuiveringsinstallatie. Zo komt het weer schoon in het oppervlaktewater terecht. Ook kan er gas ontstaan als stoffen met elkaar in contact komen en met het regenwater. Een systeem van buizen zuigt deze gassen op en voert het af. 

Eeuwige nazorg

In de jaren dat een bedrijf beheerder  is van de stortplaats, is het verplicht jaarlijks geld opzij te zetten. Dit is voor alle maatregelen die – ook in de verre toekomst - nodig zijn om te voorkomen dat gevaarlijke stoffen in de omgeving terecht komen. Het bedrijf spaart zelf voor de afdichting en het betaalt belasting aan de provincie voor de ‘eeuwige nazorg’. De provincie beheert dat belastinggeld in een nazorgfonds. Op deze manier zorgt de provincie dat er genoeg geld is om van de stortplaats na afdichting een schone en gezonde plek voor de toekomst te maken. 

Afdichting

Als een stortplaats vol is, moet de beheerder de stortplaats dicht maken, ook wel ‘afdichten’ genoemd. Voor dat dit gebeurt, moet de afvalberg eerst inklinken en zetten. Dit duurt ongeveer 2 jaar. Daarna wordt een folie met een minerale laag (denk aan klei) of elektronische lekdetectie met daarop 1 meter grond aangebracht. De folie en de minerale laag voorkomen dat er nog regenwater in het afval terecht komt. Dan is nog niet al het gas en water uit de afvalberg: Nog ongeveer 15 tot 20 jaar na het afdichten van de afvalberg, wordt het water opgevangen en gezuiverd en worden de gassen verbrand of benut.

De afdichting die over het afval is aangebracht, gaat ongeveer 75 jaar mee. Daarna moet het worden vervangen. Ook moet de provincie erbij kunnen als er een lek ontstaat in de afdichting om dit te herstellen. Dit wordt al die jaren steeds in de gaten gehouden.

Inrichten na afdichten

Je ziet zelden gebouwen of huizen op de plek waar eerder een stortplaats was, omdat de afdichting ongeveer 75 jaar meegaat en daarna moet worden vervangen. Op afgedekte stortplaatsen zie je vaak ‘groene bebouwing’: een park, skibanen, golfbanen of bomen en planten om de biodiversiteit te vergroten.

De beheerder van de stortplaats legt vaak het initiatief om deze ruimte in te richten en te beheren neer bij een (commercieel) bedrijf of recreatieschap. Soms is dit bedrijf verantwoordelijk voor een deel van de nazorg van de stortplaats totdat Gedeputeerde Staten heeft besloten de stortplaats volgens de Wet milieubeheer definitief is gesloten. Vanaf dat moment is de provincie verantwoordelijk voor de nazorg. Het bedrijf blijft de inrichting onderhouden en moet rekening houden met de nazorg.

Definitieve sluiting

Pas als het bestuur van de provincie, Gedeputeerde Staten, in een vergadering besluit dat de stortplaats is gesloten, wordt de provincie Noord-Holland verantwoordelijk voor de nazorg van de stortplaats. Dit is een juridische procedure en geen praktische activiteit.

Circulaire economie

We produceren met z'n allen steeds minder afval. Provincie Noord-Holland werkt aan een circulaire economie waarin we meer en meer grondstoffen en afvalstoffen hergebruiken. Ook worden de mogelijkheden voor duurzaam stortbeheer onderzocht.

Ondanks ontwikkelingen in circulaire economie en duurzaam stortbeheer blijven stortplaatsen nodig. Ook in een circulaire economie kunnen zich calamiteiten voordoen en er zullen altijd afvalstromen blijven die we niet kunnen hergebruiken of benutten. Er is op dit moment nog maar beperkt ruimte om te storten. Als deze stortlocaties vol zijn, zijn extra plekken nodig om te kunnen storten.  Dit blijft in het bijzonder voor Noord-Holland een grote uitdaging.

Duurzaam stortbeheer

Om een groot deel van de nazorg van stortplaatsen te beperken, ondersteunt de provincie nieuwe technieken zoals duurzaam stortbeheer. Hiermee kunnen kosten worden bespaard en kunnen we ruimte slimmer gebruiken. Lees meer op de pagina Duurzaam stortbeheer.

Infographic

Meer uitleg over stortplaatsen is ook te vinden in de infographic 'Van afvalberg tot park'.

Heeft u gevonden wat u zocht?

2025 © Alle rechten voorbehouden.