Het gebied

De Schil om het Naardermeer bestaat uit voormalige landbouwpolders, die al gedeeltelijk zijn ingericht als natuur. Een klein deel van de gronden is nog in agrarisch gebruik. De Schil bestaat uit 5 verschillende deelgebieden, te weten de Keverdijkse Overscheense Polder, Naardermeer-Oost en Voormeer, de Hilversumse Bovenmeent, de Nieuwe Keverdijkse Polder-Zuid en -Noord en de Zuidpolder.

Kaart Schil Naardermeer
Kaart Schil Naardermeer

A. Keverdijkse Overscheense Polder

De Keverdijkse Overscheense Polder vormt de buffer tussen het Naardermeer en de Rijksweg A1. In het gebied is het middeleeuwse verkavelingspatroon nog goed zichtbaar. Ongeveer de helft van de polder bestaat daar uit graslanden gecombineerd met sloten. Een deel is veranderd in een ruig, door Gallowayrunderen begraasd, moeras, met ondiepe waterpartijen, ook wel petgaten genoemd. In dit deel van de polder is nog ongeveer de helft van de percelen in agrarisch gebruik. De overige percelen zijn  alin eigendom van Natuurmonumenten.

Het gebied is belangrijk voor purperreigers en grote zilverreigers en insecten. Zo huist er in de Keverdijkse Overscheense Polder een bijzondere libellengemeenschap. Het waterpeil mag hier in de toekomst stijgen. Verder worden er over een flinke lengte flauwe oevers aangelegd en kunnen sloten ‘verlanden’. Dat betekent dat  door ze niet meer uit te baggeren ze langzaam dichtgroeien. Door die maatregelen ontstaan er in de Keverdijkse Overscheense Polder betere leefomstandigheden voor moerasvogels, libellen, vlinders en verschillende soorten kevers.

B. Naardermeer-Oost en Voormeer

Naardermeer-Oost en Voormeer vormen samen een open weidelandschap van circa 60 hectare, tussen het moerasbos van het Naardermeer en de bebouwing van Naarden en Bussum. Ook hier valt het middeleeuws verkavelingspatroon op. Naardermeer-Oost is nog niet zo lang geleden al opnieuw ingericht. Het gras wordt minder vaak gemaaid, waardoor er vochtig hooiland ontstaat. Opvallend in het landschap is de voormalige eendenkooi. In het gebied Voormeer ligt restaurant Gasterij Stadzigt: voor velen het begin of einde van een wandel- of vaartocht. Verschillende bijzondere plantensoorten bij de sloten, zoals holpijp en snavelzegge, wijzen op de aanwezigheid van kwelwater: ijzer- en kalkrijk water dat opwelt vanuit de ondergrond. Delen van het gebied Voormeer worden afgegraven, waardoor nog meer bijzondere planten een kans krijgen.

C. Hilversumse Bovenmeent             

De Hilversumse Bovenmeent, aan de zuidoostzijde van het Naardermeer, bestaat in het oostelijk deel uit graslanden. In het midden en zuidwesten zijn ondiepe plassen, die aansluiten op de grote faunapassages onder de provinciale weg. Door deze robuuste ecologische verbinding tussen het Naardermeer en de Ankeveense Plassen is de otter weer teruggekeerd in het Naardermeer. Het is een zeer vogelrijk gebied: de plassen hebben een enorme aantrekkingskracht op verschillende soorten vogels. Lepelaars, purperreigers, zomertalingen, bruine kiekendieven en soms ook porseleinhoenen komen er graag. Er worden hier flauwe oevers aangelegd zodat het gebied aantrekkelijker wordt voor moerasvogels en insecten. Zo wordt de Hilversumse Bovenmeent een paradijs voor soorten als de waterspitsmuis, otter, ringslang, heikikker en verschillende libellensoorten.  

D. Nieuwe Keverdijkse Polder-Zuid en -Noord 

Ook de Nieuwe Keverdijkse Polder is een zeer vogelrijk moerasgebied, met uitgestrekte, droge en natte rietvelden. Hier komen veel bijzondere riet- en moerasvogels voor.
Door een aanpassing van het waterpeil in de Nieuwe Keverdijkse Polder liggen er veel kansen voor de ontwikkeling van grootschalige vlakten van waterriet. Voor het mooiste resultaat moet dat wel gefaseerd gebeuren. In kleine stapjes mag het water ieder jaar wat hoger komen. Uiteindelijk moet het gebied aantrekkelijk worden voor diverse libellensoorten, heikikkers en ringslangen. Dit is ook het gedeelte van de Schil waar geprobeerd wordt om de grote karekiet terug te laten keren en waar purperreigers een nieuw broedgebied gaan vinden. Waterriet is voor beide soorten van essentieel belang om ongestoord te kunnen broeden.

E. Zuidpolder

De Zuidpolder ten oosten van Muiden ligt tussen het Naardermeer en de Meerkade. De oostkant bestaat uit een nat bos met veel sloten. In het westen is het gebied open met structuurrijk grasland. Tussen de Zuidpolder en de Nieuwe Keverdijkse Polder staat ‘de Visserij’. Dit was het woonhuis van de visser van het Naardermeer. In de sloten van de Zuidpolder komen veel ondergedoken waterplanten voor. Het bosgebied in de Zuidpolder kan zich ontwikkelen tot een laagveenbos waar het goed toeven is voor onder andere de ringslang, heikikker en otter. 
 

Uitgelicht