Nieuwjaarstoespraak mr. Arthur van Dijk, commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland, op 11 januari 2024, te Haarlem

Toespraak mr. Arthur van Dijk, commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland, ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie van de provincie Noord-Holland op 11 januari 2024 in Paviljoen Welgelegen.

Beste aanwezigen,

Kerst, oud en nieuw het geeft aan velen van ons de tijd voor reflectie. Zijn we op de goede weg? Waar willen we heen in het nieuwe jaar? 

Burgemeester Halsema van Amsterdam zei in haar nieuwjaarstoespraak dat de stad trots moet zijn, maar ook hard moet werken om de samenleving beter, hoopvoller en optimistischer te maken. Vooral niet blijven somberen. Ik sluit me daarbij aan. Niet alleen Amsterdam, maar de hele provincie moet dat doen!

Na de kerst, waarin de traditie van het licht wordt gevierd, gaan de dagen weer lengen.

Meer licht, meer zon geeft weer hoop voor de toekomst. 

De magie van het nieuwe jaar geeft je de kans te bedenken wat je nog kan en wil verbeteren. 

Helaas vond ik de start van het nieuwe jaar niet fraai, om het maar heel voorzichtig te zeggen. 

De jaarwisseling was niet het feest wat het hoort te zijn. 263 politieambtenaren werden slachtoffer van fysiek en verbaal geweld. Daar bovenop nog eens 32 andere hulpverleners, zoals brandweerlieden en ambulancepersoneel. En meer dan 1.200 vuurwerkslachtoffers. 

Ik denk dat het beter is als er een vuurwerkverbod komt. Want als een nieuwjaarsfeest zo uit de hand loopt, terwijl hulpverleners zorgen voor ieders veiligheid, waar zijn we dan mee bezig? Zij kunnen hun werk zo niet meer doen. Dan maar een totaal verbod op vuurwerk.

De start van het nieuwe jaar leerde ons hoe belangrijk waterbeheer is. De waterschappen, de gemeenten langs het water, onze waterspecialisten zijn continu bezig geweest om het wassende water in de gaten te houden.

Op dit moment heeft onze provincie het water voldoende onder controle, omdat in het verleden op tijd is besloten om een aantal dijken te versterken.

Een goed voorbeeld is de versterking van de Markermeerdijken. Het Hoogheemraadschap, de gemeenten en de provincie hebben veel energie gestoken in het informeren en betrekken van de bewoners. Soms was er weerstand, soms waren er goede ideeën, maar de plannen zijn gelukkig niet tot stilstand gekomen. 

Wijsheid komt vaak achteraf, maar kwam dit keer heel snel. Hoewel in de regel maar eens in de 300 jaar het water zo hoog komt, is het nu al duidelijk dat de versterking nodig was. 

De uitdagingen waarvoor wij staan zijn allemaal met elkaar verbonden. Het 1 zal vaak ten koste gaan van het ander. Ook de fysieke ruimte in Noord-Holland stelt grenzen aan wat mogelijk is.

We hebben te maken met veel uitdagingen. Energie, wonen, asiel, stikstof. Alles staat met elkaar in verbinding. We moeten daar niet over somberen, maar met elkaar zo goed mogelijk aanpakken. Waar het op aankomt is dat we naar elkaar luisteren.

Tijdens de verkiezingen heb ik een traditie waarbij ik met een stapel appeltaarten in de achterbak van de auto zoveel mogelijk stembureaus bezoek. 

In een aantal stembureaus in Noord-Holland worden mensen met een verstandelijke beperking ingezet. Ter voorbereiding nodigen we deze vrijwilligers uit op het provinciehuis. Op deze bijeenkomst raakte ik in gesprek met een jongeman met een verstandelijke beperking. Hij was betrokken bij het stemproces, vriendelijk en politiek geïnteresseerd. Hij stelde mij een buitengewoon interessante en logische vraag; ‘Waarom luisteren ze niet naar ons?’

Gelukkig durfde hij dit te vragen en zichzelf kwetsbaar op te stellen. Dit heeft mij aan het denken gezet. Het is een hele goede vraag zonder een makkelijk antwoord.
Als overheid en politiek streven we ernaar zo goed mogelijk naar onze inwoners te luisteren. We zijn natuurlijk gebonden aan de wet, aan het beleid uit Den Haag en Europa, en aan de afspraken die we zelf maken. We doen dit alles niet voor onszelf maar juist voor onze inwoners. 

Maar toch voelt deze jongeman zich niet gehoord.

Dat heeft ook met de toon te maken waarop we het politieke debat met elkaar voeren. 

Ik hanteer voor mezelf altijd een klein mantra dat mij leidt: Luisteren, praten en beslissen. 

Ik probeer een verschil te maken in de manier waarop wij hier samen met de gedeputeerden en de leden van onze Provinciale Staten met elkaar omgaan. Als voorzitter van de Provinciale Staten staat voor mij altijd 1 ding vast, ongeachte de politieke kleur, het aantal jaren dat iemand lid is: Wij luisteren naar elkaar. Met respect en aandacht voor de ander. Zodat we elkaar inspireren.

We zien dat ook in de samenstelling van ons college. Waar velen dachten, daar komen ze nooit uit in Noord-Holland, is het ons toch gelukt. Met een goed en stevig coalitieakkoord en een breed college. Daar ben ik trots op.

Het simpele feit dat wij een trias politica hebben is niet voldoende voor het goed functioneren van onze democratie. 

Onze wereld wordt begrensd door wetten, procedures en protocollen, maar ook de diverse bubbels waarin we leven. De ruimte zit in de ongeschreven regels over wat er wel of niet mag. Die ruimte wil ik meer gebruiken. Daar kunnen we op een veilige manier met elkaar het debat voeren, zodat we kunnen werken aan echte oplossingen. 

Besturen door vallen en opstaan, elkaar de ruimte gunnen om een fout te maken waarna je het beter kan doen. Fouten maken is niet erg, als je er maar van durft te leren.
Zeker, het maakt een verschil wat mensen stemmen. Maar politiek en politieke besluiten zijn geen dagkoersen, waarbij je de ene dag heel hard tegen de wind in gaat en de volgende dag windje mee weer de andere kant op gaat. 

De politiek is veel meer een containerschip. Als je een paar graden de koers verlegt, terwijl je de oceaan overgaat, komt het schip uiteindelijk heel ergens anders aan.

Daarom zal het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland waar ik onderdeel vanuit maak blijven luisteren, praten en samen met Provinciale Staten besluiten over de koers die we willen varen. Uiteraard doen we dat in samenspraak en gestimuleerd door de Noord-Hollanders, maar natuurlijk ook de ondernemers, gemeenten, waterschappen en andere stakeholders waar wij dagelijks mee samenwerken.  

Onze volksvertegenwoordigers, gedeputeerden en ook ik zijn zoveel mogelijk in de provincie te vinden. 1 van mijn taken als commissaris van de Koning is het uitreiken van predicaten Koninklijk of hofleverancier aan bedrijven of instellingen die vaak 100 jaar bestaan.

Bij deze bedrijven valt mij op hoe ze zich altijd zijn blijven ontwikkelen en niet 100 jaar hetzelfde hebben gedaan. Een bedrijf dat begon met het maken van lampenkapjes is nu een hoog gespecialiseerd bedrijf voor aandrijftechniek. Een zeilmaker aan het IJsselmeer is een toonaangevend Europees bedrijf voor kampeertenten geworden. Dat inspireert om te denken in oplossingen in plaats van problemen.

Ook in het debat moeten we zoeken naar de ruimte om tot elkaar te komen. Politiek vraagt lef, moed en daadkracht.

Beste aanwezigen, ik kom tot een afronding. Laten we elkaar in het nieuwe jaar eens wat vaker vragen hoe het gaat. Elkaar opzoeken om samen te praten over oplossingen. Laten we bestuurlijke moed tonen en besluiten nemen wanneer het nodig is en niet wachten tot er  een groot probleem is. Luisteren, respecteren wat de ander vindt en dan samen werken aan de oplossingen. 

Dat wens ik u voor 2024!

[Uitgesproken tekst is van toepassing]