Klimaataanpak
De provincie Noord-Holland houdt zich aan het Klimaatakkoord. Daarin staat dat Noord-Holland in 2030, vergeleken met 1990, 55% minder CO2 wil uitstoten. En dat Noord-Holland ernaar streeft om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dat wil zeggen: netto 0 CO2-uitstoot.
Deze ambitie is uitgewerkt in de Noord-Hollandse Klimaataanpak (pdf). Deze aanpak geeft inzicht in de strategieën, keuzes, acties en maatregelen om klimaatverandering effectief tegen te gaan in Noord-Holland.
Uit een onderzoek (pdf) dat is uitgevoerd in maart 2025 blijkt dat met het huidige beleid de doelen van 2030 niet worden behaald. Daarom zijn er aanvullende maatregelen nodig om vóór en na 2030 op koers te komen richting een klimaatneutraal Noord-Holland.
De provincie is daarbij erg afhankelijk van andere overheden en partners. Effectieve samenwerking is cruciaal om de provinciale doelstellingen te behalen. Daarom brengt de provincie goed in kaart wat zij zelf kan doen en waarvoor zij moet samenwerken met bijvoorbeeld andere overheden, uitvoeringsinstanties, netbeheerders en energiebedrijven.
Transitiepaden
De provincie heeft het klimaatbeleid ingericht per onderwerp. Dit heten transitiepaden. Elk transitiepad heeft een andere opgave en doel. Ook de invloed en afhankelijkheid van de provincie verschillen per transitiepad.
Door samen te werken en concrete acties te ondernemen, kan de provincie Noord-Holland een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen van CO2-uitstoot en de transitie naar een klimaatneutrale samenleving.
De meeste woningen in Noord-Holland verwarmen nog op aardgas. Het aardgas raakt echter op. De verbranding van aardgas leidt bovendien tot opwarming van de aarde. Daarom is de overstap op andere, meer duurzame energiebronnen nodig. De provincie kan plekken aanwijzen waar bijvoorbeeld aardwarmte gewonnen kan gaan worden. Of dat uiteindelijk op die plek gebeurt, wordt samen met gemeenten besloten. Ook helpt de provincie gemeenten, inwoners en bedrijven bij het verduurzamen van gebouwen en woningen. Dat doet de provincie door subsidies te verlenen, kennis te delen en gemeenten te ondersteunen in bijvoorbeeld capaciteit en communicatie.
De opgave
De recente verkenning laat zien dat er met het huidige beleid nog een gat is van 0,4 megaton CO2 in 2030. Dit gat kan worden gedicht door verdere verduurzaming van woningen en gebouwen. Ter vergelijking, een gemiddelde dinsdag aan wegverkeer in Nederland is gelijk aan 0,03 megaton aan CO2.
De provincie wil naar een duurzame elektriciteitsproductie die CO2-vrij is. Een betaalbaar energiesysteem dat schommelingen in vraag en aanbod goed kan opvangen en volledig wordt aangedreven door duurzaam opgewekte energie. Dit kan door een mix aan zonne- en windenergie en andere technologieën. Voor 2030 heeft de provincie als doel om 6.3 terawattuur aan duurzame energie op te wekken. Ter vergelijking: 1 terawattuur aan energie is voldoende om ongeveer 55.000 huishoudens een jaar lang van energie te voorzien.
De opgave
Het doel om 6,3 terawattuur aan duurzame energie op te wekken in 2030 lijkt moeilijk haalbaar. Extra maatregelen in de RES-regio’s in Noord-Holland zijn nodig om de groei van duurzame energie sterk te versnellen. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat er extra windturbines op land moeten komen, er meer huizen verwarmd moeten worden met warm water uit de grond (aardwarmte) en/of dat er meer zonne-energie opgewekt moet worden.
De provincie speelt een rol in het ondersteunen van een gezonde en duurzame land- en tuinbouwsector. Dit omvat klimaatneutrale glastuinbouw en het bevorderen van natuurinclusieve en klimaatbestendige landbouw. De provincie moedigt de agrarische sector aan om duurzaam, circulair en innovatief te werken.
De opgave
De recente verkenning laat zien dat er met het huidige beleid nog een gat is van 0,5 megaton CO2 in 2030. Maatregelen die ingezet kunnen worden zijn onder meer: innovatieve mestverwerking, efficiënter gebruik van mest, verduurzaming glastuinbouw en het opslaan van CO2 in de bodem.
Schoon vervoer zonder schadelijke uitlaatgassen en optimaal gebruik van ruimte, energie en grondstoffen in de provincie: in de toekomst kan iedereen gebruik maken van schone en efficiënte mobiliteit. De provincie wil dat vervoersmiddelen geen CO2 of andere broeikasgassen meer uitstoten in 2050. Daarbij werkt de provincie aan uitstootvrije mobiliteit, autodelen, laadpalen, elektrische bussen en bussen op waterstof en bereikbaarheid van regio’s.
De opgave
Onderzoek laat zien dat er met het huidige beleid nog een gat is van 0,8 megaton CO2 in 2030. De provincie voert het Regionaal Mobiliteitsprogramma Noord-Holland en Flevoland Monitoring uit. Dat programma regelt onder andere het plaatsen van laadpalen, zero-emissiezones, verbeteren van het openbaar vervoer en stimuleren van autodelen.
Meer informatie over mobiliteit is te vinden op de pagina Verkeer & Vervoer.
De provincie wil bedrijven in de industrie zuiniger om laten gaan met energie en hun uitstoot terugdringen. Met grote en middelgrote energieverbruikers in de industrie zijn in de afgelopen jaren afspraken gemaakt over onder meer energiebesparende maatregelen. De provincie is verantwoordelijk voor het toezicht op grote industrieën en het afgeven van vergunningen. Daarnaast handhaaft de provincie de energiebesparingsplicht. Dat is een verplichting aan bedrijven om energiebesparende maatregelen te nemen, zoals het vervangen van gloeilampen voor LED-verlichting en het beter isoleren van bedrijven.
De opgave
De recente verkenning laat zien dat er met het huidige beleid nog een gat is van 3,5 megaton CO2 in 2030. Dit is de grootste uitdaging in de provincie. De provincie Noord-Holland wil een duurzame en circulaire economie. Daarvoor worden verschillende acties ondernomen. Ten eerste wordt gewerkt aan het verminderen van afval en emissies door het stimuleren van circulaire bedrijven. Ook wordt het delen, hergebruiken en recyclen van grondstoffen bevorderd. Bovendien wordt duurzame productie en consumptie gestimuleerd door bedrijven te ondersteunen die duurzame producten en diensten aanbieden. Door deze acties wil de provincie Noord-Holland een leidende rol spelen in de transitie naar een duurzame en circulaire economie.
De provincie als organisatie wil voor 2050 klimaatneutraal zijn. Alle gebouwen moeten voor 2030 van het aardgas af zijn. Ook wil de provincie dan net zoveel schone energie opwekken als dat we verbruiken. De materialen die de provincie gebruikt, komen uit secundaire, hergebruikte bronnen. Onze (inkoop)activiteiten veroorzaken geen broeikasgasuitstoot.
Het elektriciteitsnet moet groot genoeg zijn voor de energietransitie. De provincie wil een energiesysteem. Dat is een systeem waarin verschillende soorten energie samenwerken. Denk aan elektriciteit, warmte, waterstof, groen gas en andere duurzame brandstoffen. Deze soorten energie kunnen elkaar helpen en vervangen.