De provincie heeft een aantal afspraken gemaakt over het gebruik van circulaire grondstoffen. Zo is afgesproken dat de provincie het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) met 60% heeft gereduceerd. Ook is afgesproken dat de sector in 2050 volledig circulair is (zie Bouwagenda).
Om deze transitie te versnellen, past de provincie waar mogelijk een hoge mate van hergebruikt materiaal in het asfalt toe. Ook staat de provincie mede aan de lat van de IFD (Industrieel Flexibel Demontabel) ontwerprichtlijn. De onderdelen van nieuw aangelegde bruggen kunnen door dit ontwerpprincipe makkelijk worden hergebruikt en toegepast op andere IFD-ontworpen bruggen.
Voorbeelden en projecten
- Aanbestedingen gericht op circulariteit (Nationale GrondstoffenakkoordOpent een externe ).
- Biobased proeftuin N231 waar de provincie biobased infrastructurele materialen test, bijvoorbeeld in verkeersborden, lantaarnpalen en bermpaaltjes. Ze zijn gemaakt van natuurlijke materialen die onbeperkt op voorraad zijn, zoals miscanthusgras, bamboe en riet.
- Hergebruiken van de liggers van Rijkswaterstaat uit de A9 voor in de N201 en damwanden
- Hergebruiken van asfalt en beton. De asfaltmengsels voor de provinciale wegen in Noord-Holland bestaan voor een groot deel uit gebruikt asfalt dat een tweede leven krijgt.
- Bouwen van bruggen volgens het IFD-principe (Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen (zie Cruquiusbrug of Stolperbasculebrug).
- Renoveren van de Koopvaarderschutsluis (hergebruik 'jetgrout').
- Hergebruiken van vangrails, zoals bij de N250 (circulaire vangrails).
- Herinrichten van de A.C. de Graafweg (emissieloos bouwen met biobrandstof).
- Werken met 'materialenpaspoorten' waarin de materialen van bijvoorbeeld bruggen staan vermeld. Bij onderhoud of sloop is dan snel inzichtelijk welke onderdelen of materialen nog hergebruikt kunnen worden.
- Stimuleren van deelplatforms waarmee infrastructurele materialen worden uitgewisseld, zoals de Bruggenbank, DuSpot, Emission-0. Dat doet de provincie met een financiële bijdrage of door hier zelf gebruik van te maken. Maar ook door deze platforms een podium te geven bij bijvoorbeeld evenementen of op onze sociale media.
- Monitoren van de voortgang met de circulariteits- en CO2-monitorOpent een externe link.