Concrete doelen voor stikstofuitstoot Noord-Holland liggen vast

De provincie heeft vastgesteld hoeveel minder stikstof er moet neerslaan op de verschillende Noord-Hollandse natuurgebieden.

Ook is uitgerekend hoeveel elke sector zoals de landbouw, scheepvaart en industrie moet bijdragen aan die afname. Provinciale Staten moeten deze doelen nog vaststellen.

Harger en Pettemerpolder

Noord-Holland heeft 12 stikstofgevoelige natuurgebieden die Europees beschermd zijn, dit zijn Natura 2000-gebieden. Elk type natuur dat hierin voorkomt, ook wel habitat genoemd, kent een Kritische Depositiewaarde (KDW). De KDW is de grens waarboven het risico bestaat dat de natuur ernstig wordt aangetast door stikstofneerslag.

De komende jaren moet de hoeveelheid stikstof veel kleiner worden. Dan komt op steeds meer stikstofgevoelige plekken de stikstofneerslag onder de KDW, de grenswaarde. Over 4 jaar moet dit het geval zijn voor 40% van het oppervlak aan stikstofgevoelige natuur in elk natuurgebied, in 2030 moet dat voor 50% van het oppervlak en 5 jaar later voor 74%. In sommige natuurgebieden zoals het Naardermeer zijn al grote delen van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW. Dat komt omdat er relatief veel natuur voorkomt die redelijk wat stikstof aankan en er zijn maatregelen genomen om de natuur te herstellen. In àlle natuurgebieden moet echter het nodige gebeuren.

Duinen van Den Helder en Callantsoog

Concreet betekent de doelstelling dat bijvoorbeeld in de Duinen van Den Helder en Callantsoog in 2025 jaarlijks ongeveer 250 mol minder mag neerslaan op elke hectare van dit natuurgebied. In 2035 moet dat nog eens zo’n 100 mol extra zijn. Ter vergelijking: de bouw van 10.000 woningen zorgt voor ongeveer 2 mol neerslag in de buurt van de bouwlocatie. Een intensieve veehouderij zorgt in de directe omgeving voor ongeveer 10 mol aan neerslag.

De provincie spreekt met de verschillende sectoren hoe de stikstofuitstoot verminderd moet worden. Elke sector is verantwoordelijk voor een evenredige afname. Deze afname zal tot stand moeten komen door maatregelen in het gebied zelf en provinciebrede maatregelen, zoals het maken van afspraken met de industrie of het bespreken met de landbouwsector waar in de provincie wat voor soort landbouw past. Daarnaast voert het Rijk, ook in afstemming met de 12 provincies, maatregelen door. De landelijke snelheidsverlaging naar 100 kilometer met uur is daar een voorbeeld van.

Evenredige afname

Om te vervolgen met het voorbeeld van de Duinen van Den Helder en Callantsoog: de meeste stikstofneerslag komt daar van het buitenland en van ammoniak van zee. Het gaat respectievelijk om 35% en 29%. De landbouw volgt met 18%. Elke sector moet de komende 15 jaar evenredig aan de vastgestelde doelen een afname laten zien. Uit het buitenland moet vanaf 2025 dan ongeveer 87 mol minder neerslaan op dit duingebied (35% van 250 mol) en van de landbouw wordt over 4 jaar een afname van ongeveer 45 mol verwacht. 

Gedeputeerde Esther Rommel (Natuur en Landschap): “We gaan er samen met de belanghebbenden in de provincie voor om deze doelen te halen. We kunnen het echter niet alleen. Uit deze berekeningen wordt wederom duidelijk dat we ook afhankelijk zijn van de maatregelen die het Rijk nog gaat invoeren en afspraken die zij maken met onze buurlanden voor het verminderen van stikstofuitstoot.” 

Lees de brief aan Provinciale Staten over de strategie van de Noord-Hollandse aanpak stikstofproblematiek.