Provincie praat vertegenwoordigers belangenorganisaties bij over PPLG en Aanpak Stikstof
De provinciale regietafel over het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) en de Aanpak Stikstof is op 6 december weer samengekomen. Het gesprek ging met name over de planning om te komen tot een definitief PPLG.
Deelnemers aan de regietafel zijn gedeputeerden Rosan Kocken (Natuur en Water) en Jelle Beemsterboer (coördinator PPLG) en vertegenwoordigers van natuur- en landbouworganisaties, VNO-NCW, drinkwaterbedrijven en waterschappen, Bouwend Nederland, ANWB en Rijkswaterstaat. Commissaris van de Koning, Arthur van Dijk, is voorzitter.
Met de verkiezingen achter de rug en de onzekerheid over het transitiefonds van het Rijk, vroegen de deelnemers zich af hoe de provincie verdergaat met het PPLG. Gedeputeerden Kocken en Beemsterboer gaven aan dat de provincie het komende half jaar in overleg gaat met de vertegenwoordigers van de regietafel, andere partners en betrokkenen en Provinciale Staten om te komen tot een betere versie.
Gebiedsprocessen
In de tussentijd vraagt de provincie geld aan voor de zogenaamde koplopersprojecten. Dit zijn projecten waar de provincie op korte termijn mee kan starten. Een voorbeeld van een koplopersproject is het aanleggen van natuurgebieden. Ook benadrukten de gedeputeerden dat zij het werk dat in de gebiedsprocessen plaatsvindt blijven ondersteunen. Door nu vragen op te halen en onderzoeken te starten over onder andere het verduurzamen van de landbouw en natuurbeheer, kunnen projecten direct van start als het Rijk de middelen beschikbaar stelt.
Constructief
De commissaris meldde de deelnemers dat hij blij is dat alle partijen nog steeds constructief met elkaar in overleg zijn. “Dat is geen vanzelfsprekendheid, maar wordt zeer gewaardeerd”, vervolgde hij. “Het blijft goed om met elkaar het gesprek te voeren, ook om elkaar scherpe vragen te kunnen stellen. Daarmee zoeken we gezamenlijk naar oplossingen. De noodzaak tot ingrijpen in het landelijk gebied staat niet ter discussie, maar wel het hoe en het wanneer.”
