“Elektrisch rijden is een uitgemaakt toekomstbeeld”

Zero-emissiezones (ZE-zones) zijn gebieden waar ondernemers straks alleen mogen rijden met uitstootvrije voertuigen. In Amsterdam, Haarlem, Hoorn, Schiphol, Hilversum en Almere gaan de zones over enkele jaren in of vindt onderzoek plaats.

2 ondernemers – 1 in de bouw en 1 in de horeca – vertellen meer over de uitdaging van het uitstootvrij maken van hun wagenpark. Beiden lopen tegen andere hobbels aan, maar zijn optimistisch over de toekomst.

Welke rol vervullen jullie binnen jullie bedrijf? 

Ed Vleugel: “Ik ben manager bij VHC Jongens, een horecaleverancier van ingrediënten aan restaurants en hotels. We orderpicken en bereiden ’s nachts de ingrediënten – zoals het snijden en raspen van groenten – en bezorgen de bestellingen overdag. Ons bedrijf gaat dus 24 uur per dag door.” 

Ronald van Pooij: ‘Ik ben hoofd materieeldienst bij HSB Bouw, een bouwbedrijf uit Volendam. Dit jaar vieren we ons 90-jarig bestaan, dus we timmeren al een aardige tijd aan de weg. Onder andere doen we aan bouw, ontwikkeling, renovatie en kleinbouw. Verder hebben we nog een aantal bv’s in bijvoorbeeld metselwerk, gevelrestauratie, schilderwerk en een installatieadviesbureau.”

Spelen de toekomstige ZE-zones een grote rol bij jullie bedrijf?

Vleugel: “Jazeker. Wij leveren veel aan restaurants en hotels in Amsterdam. Soms wel 6 keer per week, omdat ze een kleine keuken hebben en dus iedere dag verse producten ontvangen. Als we in de toekomst daar willen blijven leveren, moeten we iets aan ons wagenpark doen.”

Van Pooij: “Ook wij krijgen er zeker mee te maken, maar het is niet het belangrijkste onderwerp. De grote projecten bevinden zich over het algemeen niet in het centrum van Amsterdam, bij nieuwe renovatieprojecten kan dat wel gebeuren. En wanneer de ZE-zones door heel de Randstad komen en binnen de Ring A10, gaat dat ons in de toekomst wel raken. Ons werkgebied loopt nu zo’n beetje van de provincie Noord-Holland tot aan Utrecht.”

Wat zijn jullie overwegingen om over te stappen op elektrisch rijden?

Vleugel: “De tijdgeest. Het is een combinatie van dingen. Je wilt als organisatie minder uitstoten, dat is beter voor het milieu. Maar bij ons speelt geluid ook een grote rol. Als je iedere ochtend in de vroegte aan een hotel moet leveren en de gast hoort de motor onder zijn hotelraam ronken, dan wordt die daar niet blij van. Klanten vragen of je bezig bent met duurzaamheid en de overheid stelt steeds meer regels op. Elektrisch rijden is gewoon een uitgemaakt toekomstbeeld, dus als ondernemer wil je daar ook in meegaan. Dat hoort bij goed en verantwoord ondernemerschap.”

Van Pooij: “Als bouwbedrijf zijn we op allerlei manieren bezig onze uitstoot te verminderen. De bouw speelt natuurlijk een grote rol in het stikstofdebat, maar ook in de uitstoot van andere broeikasgassen. Dus dat proberen we op verschillende manieren aan te pakken. Denk aan ledverlichting, verduurzamen van bouwmaterieel, duurzamere materialen toepassen, secure afvalscheiding enzovoort.”

Wat zijn de grootste hobbels?

Vleugel: “De markt. 15 jaar geleden zag je hooguit 1 of 2 elektrische auto’s op de snelweg rijden. Nu zijn dat er veel meer. Elektrische wagens worden steeds bedrijfszekerder. Daarmee bedoel ik dat de kinderziektes eruit zijn, de wagens doen het goed. In 1 keer overstappen op elektrisch rijden gaat niet, omdat een elektrische wagen ongeveer 3 keer zoveel kost als een dieselwagen. En dan zit de bak er nog niet eens op. Er zijn wel subsidies, maar die zijn zo gewild dat het voor ons bij het kopen van de auto’s die we nu in bestelling hebben een loterij werd. Daar kwamen we niet doorheen.”

Van Pooij: “Elektrisch rijden is voor ons echt heel goed te doen, doordat de auto’s in de meeste gevallen tijdens werktijd stilstaan. Een paar uren laden op de bouw en daarna weer met een volle accu naar huis. Een hobbel is de trekcapaciteit van elektrische wagens. De meeste elektrische bestelbusjes mogen op dit moment maar maximaal 1000 kilo trekken. Een aanhanger weegt alleen al 500 kilo aan materiaal en dat gewicht is snel bereikt. In sommige gevallen is het daarom nu nog even te vroeg voor een elektrische bus die aan deze voorwaarden moet voldoen. Maar de techniek verandert gelukkig snel.”

Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Van Pooij: “Ik ben positief over de toekomst. Oplossingen voor volledig elektrische exemplaren met autolaadkraan erop zijn nog schaars, maar tegen die tijd zeker beschikbaar.”

Vleugel: “Ik werk sinds 2000 bij dit bedrijf en heb de hele verandering van tijdgeest gezien. Elektrisch rijden is de toekomst en daar mag je vertrouwen in hebben. Mijn tip aan andere ondernemers zou zijn: laat je informeren en kijk om je heen. We moeten allemaal iets gaan doen, er is genoeg informatie, dus zoek uit wat er allemaal mogelijk is.”

Dit artikel is een bewerkte versie van een eerdere publicatie, als onderdeel van de reeks ‘Vervoerregio voorloper in verduurzaming’.

Financiering

Vanuit het Rijk zijn verschillende subsidies beschikbaar voor ondernemers, organisaties en personen die hun wagenpark willen verduurzamen.
 
Voor bestelauto’s en personenauto’s is er de regeling SEBA (Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s) voor bedrijven en SEPP (Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren) voor particulieren.

Voor nieuwe emissieloze vrachtauto’s bestaat de AanZET (Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks)-regeling voor ondernemers en non-profitorganisaties die een vrachtauto willen kopen of financial-leasen.

Voor gemeenten en provincies is financiële ondersteuning mogelijk, onder andere bij het opzetten van de zero-emissiezone, vanuit de SpUk SLA (Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord). Deze regeling heeft alleen betrekking op kosten derden.

Op de website van het Regionaal Mobiliteitsprogramma staat op de pagina Financiering meer informatie over deze en andere financiële regelingen om duurzame mobiliteitsmaatregelen sneller te ontwikkelen en uit te voeren.