Nieuwjaarstoespraak mr. Arthur van Dijk, commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland, op 9 januari 2020, te Haarlem

Om te beginnen, dames en heren, wens ik u en de uwen, namens het provinciebestuur, een in alle opzichten voorspoedig, gezond en veilig 2020 toe.

Het jaar is explosief begonnen. Met vuurwerk en internationale dreiging.

De verruwing van de viering van de jaarwisseling vind ik zorgelijk. Hulpverleners worden niet alleen gehinderd, maar zelfs fysiek bedreigd en belaagd. Dit hufterig gedrag jegens hulpverleners moet stoppen.

Ik ben niet enthousiast over een volledig vuurwerkverbod, want het kan niet zo zijn dat enkelen het plezier van de meerderheid verpesten. Duidelijk is wel dat er iets moet gebeuren, want de huidige situatie is niet handhaafbaar. Een goede optie kan zijn om in gemeenten een centraal vuurwerk te organiseren zoals Rotterdam doet.

2019 was mijn eerste jaar als commissaris.

Een jaar van kennismaken, verkennen, van vertrouwen wekken en vertrouwen krijgen, van provinciale verkiezingen, van coalitievorming, van het aftreden - helaas - van Adnan Tekin als gedeputeerde, en van heel veel plezierige en leerzame ontmoetingen.

Een van die ontmoetingen was op 20 maart tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. We ontvingen toen op het provinciehuis een aantal jongeren die voor het eerst mochten stemmen, en een van de oudste stemmers van Haarlem, mevrouw Els van Look, 91 jaar.
Zij ging in gesprek met de jongeren, en zij legde uit hoe belangrijk het stemrecht is.

Zij vond het vorig jaar extra van belang om te stemmen, omdat we stil stonden bij 100 jaar vrouwenkiesrecht. ‘We hebben er hard genoeg voor gevochten’, liet zij weten.

Een andere bijzondere ontmoeting was tijdens de conferentie Mind the Mind Now, waar ik met Koningin Maxima was. Die conferentie ging over psychische begeleiding van mensen uit conflictgebieden. Ik ontmoette daar Michaela DePrince uit Sierra Leone. Haar verhaal is bijzonder. Nadat haar ouders als gevolg van oorlog omkwamen, werd zij geadopteerd. Ze had een droom en ze werkte hard om die te laten uitkomen. En nu is zij de tweede soliste van Het Nationale Ballet.

Een week na deze conferentie vroeg een leerlinge van het ROC Hoofddorp mij naar een tip om gemotiveerd te blijven. Een indringende vraag voor zo’n jong meisje. Een vraag die ook verder gaat dan school alleen. Een vraag die bijna existentieel is. Het relaas van Michaela stond mij natuurlijk nog helder voor de geest als een verhaal van motivatie en hoop. Dus ik vertelde het meisje dat verhaal. Ik zie het ook als mijn taak om dit soort inspirerende verhalen en gebeurtenissen door te vertellen.

Ook een bijzondere ontmoeting, uiteraard: mijn beëdiging tot commissaris door koning Willem-Alexander, en mijn installatie door Provinciale Staten in aanwezigheid van mijn broers en een aantal dierbare vrienden. Ze waren erbij op het moment waarop ik voelde hoe de Statenleden mij het vertrouwen in handen gaven.

Heel bijzonder is ook om te mogen werken in zo’n historisch pand als Paviljoen Welgelegen. De provincie gaat heel zorgvuldig met dit erfgoed om. Ik ben trots op dit huis, waar je om elke hoek historie proeft.

Een paar verwonderpunten waren er ook wel het afgelopen jaar.

Ik noem er slechts 1, omdat die ons waarschijnlijk allemaal in hoge mate verwonderd heeft, en daarnaast grote maatschappelijke gevolgen heeft: stikstof.

We hebben allemaal kunnen zien hoe snel het een eigen leven kan gaan leiden, bepalend wordt, en om politieke inventiviteit en actie vraagt.

Vorige maand hebben we als provincie de gebiedsgerichte aanpak stikstof omarmd. Die kent 2 doelen, die samen met betrokken partijen willen realiseren: garanderen dat op langere termijn de Natura 2000-instandhoudingsdoelen worden gehaald, en daarnaast ervoor zorgen dat op korte termijn economische groei weer mogelijk wordt.

Behalve het zakelijke, vind ik in het leven, maar zeker ook in het politieke leven, de menselijke kant van belang. Emoties en een goede sfeer passen ook bij mijn bestuurlijke rol. Ik vind het belangrijk dat er een politiek klimaat is waarin we makkelijk met elkaar omgaan. En dat komt ook de zaak ten goede.

Vertrouwen

Dat geldt ook voor het begrip ‘vertrouwen’. Graag wil ik het met u daarover hebben. Het is een even broos als noodzakelijk begrip. Voor het functioneren van de samenleving, maar zeker ook voor het functioneren van het openbaar bestuur.

Die broosheid - zo blijkt dezer dagen - kan op verschillende manieren aan het licht komen. Ook door ontwikkelingen ver weg. We zijn vol vertrouwen het nieuwe jaar ingegaan, maar plotseling moeten we toezien hoe de spanningen in het Midden-Oosten tussen de VS en Iran in snel tempo oplopen, met onzekerheden tot gevolg. Waar dat eindigt, is ongewis.

Vertrouwen van de bevolking in het eigen openbaar bestuur, dat is - zonder dat we dat misschien voldoende beseffen - een hoeksteen van het politieke bestel. Als het daaraan zou ontbreken, dan kun je als overheid alleen nog met repressie de boel bij elkaar houden. En dan is er dus feitelijk geen sprake meer van democratie.

Vandaar dat ik dit komende jaar vertrouwen als leidend motto wil laten terugkeren, bijvoorbeeld tijdens mijn ambtsbezoeken aan gemeenten. Onderzoek laat zien dat Nederlanders grosso modo vertrouwen hebben in de overheid. Dat werd bijvoorbeeld vastgesteld in het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel. En ook het CBS maakte afgelopen voorjaar bekend dat het vertrouwen in onder andere de overheid licht gestegen was.

Maar er is wel enige aanleiding tot zorg. Het gaat bij vertrouwen in de overheid om een veelomvattend begrip. Waar hebben we het dan over?

Graag stip ik 3 elementen van ‘vertrouwen in de overheid’ aan. 3 elementen waarop dat vertrouwen zich richt.

In de eerste plaats kunnen mensen – heel fundamenteel – meer of minder vertrouwen hebben in de morele principes waarop het openbaar bestuur gestoeld is, en die bijvoorbeeld vervat zijn in de Grondwet, en die richtinggevend zijn voor wet- en regelgeving.

Daarnaast kunnen mensen - iets meer praktisch - vertrouwen hebben in het concrete werk van de overheid en in de procedures die daarbij gehanteerd worden. Dus in datgene wat de overheid in het beleid en de uitvoering van alledag op de mat legt.

In de derde plaats richt vertrouwen van mensen zich toch ook op de individuele vaandeldragers, de vertegenwoordigers van de overheid. Dus op ambtenaren, bestuurders en politici. Op de gezichten, de verpersoonlijkingen, van de verder abstracte overheid.

Deze 3 niveaus zijn met elkaar verweven. De morele grondslagen, de procedures, en de overheidsdienaren vormen 1 geheel.

Nu is het naar mijn waarneming zo dat er op elk van deze 3 niveaus wel wat speelt met betrekking tot vertrouwen.

Wanneer het gaat op de leidende morele principes van ons Nederlandse openbaar bestuur, dan is het beeld over het algemeen positief. Onze multiculturele samenleving leidt daarbij soms wel tot fricties. In het laatste Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau werd de zorg over integratie bevestigd. Vrijwel iedereen onderschrijft het belang van integratie, van meedoen, maar er bestaat verschil van opvatting over wat die integratie precies zou moeten inhouden.

Maar deze discussies leveren vooralsnog toch geen breed wantrouwen op richting de overheid.

Op het tweede niveau, dat van het concrete beleid en de procedures, is de situatie toch wel wat zorgelijker.

Helaas is het zo dat onze overheid tegenwoordig niet altijd weet te bieden wat de bevolking wel terecht verwacht en van een overheid mag verwachten. Op onderdelen presteert de overheid onder de maat.

Denk aan de problemen bij de Belastingdienst, aan wachtlijsten in de zorg, aan scholen die vanwege een lerarentekort moeten sluiten, aan tekorten bij de politie. Denk ook aan de situatie met betrekking tot stikstof, waartegen boeren en bouwers protesteren. Kortom, de frictie manifesteert zich vaak op plekken en momenten waar burgers direct in aanraking komen met de overheid.

We moeten vaststellen dat de overheid een slag moet maken in het verbeteren van de kwaliteit van beleid en voorzieningen. De overheid zal daartoe naar goede voorbeelden moeten blijven kijken, en ernaar moeten streven om de eigen kernwaarden van een dienstbaar bestuur te versterken.

Daar moet bovendien nog aan worden toegevoegd dat er op het derde niveau, dat van de individuen, ook een en ander speelt. Op het gedrag van mensen die werkzaam zijn in het openbaar bestuur, is wel eens wat aan te merken. Gelukkig gaat het om incidenten, waarbij ambtenaren soms de wet hebben overtreden, of politici moesten aftreden.

Zeker, ik weet dat Nederland een toppositie inneemt op het lijstje van minst corrupte landen in de wereld. Daar mogen we trots op zijn, en dat moeten we koesteren.

Maar we moeten dat ook onderhouden. Dat is wel echt iets wat voortdurend onderhoud vergt.

De integriteit van ambtenaren, bestuurders en politici is op orde, maar verdient blijvend aandacht. Dat vergroot ook het vertrouwen. Alleen al daarom – afgezien van de noodzakelijkheid - is het goed het thema ‘ondermijning’ de afgelopen 2 jaar op de radar gekomen is, ook van provincies.

Participatie van burgers is een mogelijkheid om het vertrouwen te vergroten. Aandachtspunt is wel dat het vaak dezelfde mensen zijn die participeren, wat het gevaar van een zekere eenzijdigheid met zich meebrengt. En daarbij: Geen enkele mate van participatie kan voorkomen dat er altijd mensen zullen zijn die ontevreden zijn en zich ongehoord voelen.

Soms wordt in het debat de integriteitskaart te snel getrokken, als een oneigenlijk wapen. Dat kan een bestuurder schaden. Anderzijds zijn we ook wel eens overdreven gevoelig. Alleen al het uitspreken – in een onschuldige context – van het woord ‘integriteit’, kan de gesprekspartner op de kast doen belanden. Er heerst gevoeligheid rond dat begrip, die maakt dat het erover beginnen soms al als een aantijging wordt opgevat, terwijl daar dan absoluut geen sprake van is.

Ik zou willen zeggen: Speel de bal, niet de man. Blijf met elkaar in gesprek, ook als het spannend wordt.

Voor wie werkt voor het algemeen belang en met belastinggeld, gelden hoge normen. Dan zit je in een glazen huis. Dan krijg je vertrouwen dat je niet mag beschamen. Daarvan dien je je dus bewust te zijn.

Mij zou het een lief ding waard zijn als over een paar jaar zou blijken dat het vertrouwen in de overheid verder is toegenomen.

Vertrouwen speelt ook een grote rol in de activiteiten van de provincie Noord-Holland. Het college van GS geeft handen en voeten aan ons Coalitieakkoord Duurzaam Doorpakken!

Samen met anderen proberen we door te pakken, dat wil zeggen: dossiers verder te brengen, waaronder Energietransitie en Klimaat.

Maar ook op andere beleidsterreinen komt u ons tegen.

Als hoeder van het Noord-Hollandse landschap, bijvoorbeeld. Of als opsteller – samen met andere partijen – van een Voedselvisie. Of als mede-aanpakker van het woningtekort. Of als goede werkgever en opdrachtgever. Of al verbeteraar van de kwaliteit van de leefomgeving voor onze inwoners.

75 jaar Vrijheid

Iets anders. Afgelopen najaar en dit komende voorjaar staan we in Nederland stil bij 75 jaar Vrijheid. Een van de manieren waarop we dat doen, is met het fotoproject. Op de oproep om foto’s van tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog in te sturen, werd goed gereageerd. Zelf heb ik ook een keuze mogen maken. 

Er zijn inmiddels 92 foto’s ingestuurd door particulieren en nog eens 65 door instellingen en historische verenigingen. Heel bijzonder is de schenking van 120 negatieven met tot nu toe onbekende beelden van de bevrijding van Haarlem. Inzender is de 100-jarige heer Delemarre uit Eindhoven, destijds professioneel fotograaf in Haarlem en omstreken.

Een foto maakt zichtbaar, toont.

Zoals sociale media zichtbaar maken.

Onze toegenomen zichtbaarheid op die sociale media, levert ook wel eens commentaar op:

  • Je hebt het er maar druk mee.
  • Hebben jullie alleen maar evenementen?

Nee, de provincie werkt hard, zodat inwoners prettig kunnen wonen, werken, en recreëren. Waar mogelijk willen we gehoor geven aan de roep om inzichtelijker te maken wat de provincie doet.

Zelf ben ik daarmee bezig door mijn dagelijkse werkzaamheden in korte filmpjes en tweets publiek te maken. (ik heb nog niet zoveel volgers als vloggers, dus …)

Die transparantie draagt hopelijk bij aan meer kennis en aan meer vertrouwen.

Burgemeesters

Wie zich van het belang van vertrouwen heel goed bewust zijn, zijn burgemeesters.

Het afgelopen jaar heb ik verschillende burgemeesters mogen installeren en mogen uitzwaaien.

Het burgemeesterschap is veelzijdig en bevat noties als: boegbeeld, ambassadeur, verbinder, hoeder van de samenleving, en van de lokale democratie.

Daarnaast is de burgemeester ook mens, geen juridische machine. Hij moet een warme verbinder zijn, maar tegelijkertijd moet hij uitkijken met wat hij zegt. In de transparante wereld die is ontstaan, kan een achteloos knikje al worden uitgelegd als een toezegging en in de juridische sfeer worden getrokken. Wat we moeten voorkomen, is dat we straks louter met elkaar praten in juridische taal en alles juridificeren.

De noties die ik noemde, zijn constanten, maar daarnaast is de rol van de burgemeester ook aan verandering onderhevig.

Omdat de burgemeester veel vertrouwen geniet, wordt er op hem of haar een groot beroep gedaan. De burgemeester krijgt van de wetgever steeds meer en vergaande bevoegdheden.

Uiteraard heeft dit invloed op het werk, de ureninzet, en op het beeld van de burgemeester als boegbeeld en verbinder. De bevoegdheden, de verwachtingen die daar al dan niet terecht het gevolg van zijn, en de druk om te handelen, zetten de burgemeester soms ook politiek in de schijnwerpers. Dat kan schadelijk zijn. Denk aan een aanklacht of een slechte pers. We moeten ervoor waken dat het moment bereikt wordt waarop het vertrouwen in de burgemeester afneemt.
 
Over de positie van de burgemeester in het lokale bestel zal ik komend jaar nog met de burgemeesters en met de minister verder praten. Mijn insteek daarbij is dat de burgemeester ruimte en vertrouwen moeten worden geboden om zijn verbindende rol in de gemeenschap te spelen, en dat hij niet voortdurend in de positie wordt gedwongen van sheriff, scheidsrechter, of speelbal.

Tot slot

De verschillende overheden tonen de ambitie om de uitdagingen die er zijn, aan te pakken. Vertrouwen speelt daarbij een sleutelrol.

Vertrouwen genieten, en vertrouwen geven.

Daarnaast is er natuurlijk de samenwerking. Een andere noodzakelijke voorwaarde om onze ambities te verwezenlijken. We blijven elkaar dus zeker opzoeken.
 
En dit is het moment waarop ik graag met u een toost uitbreng op een mooi en productief jaar!

 

Uitgesproken tekst geldt!