Toespraak mr. Arthur van Dijk, Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland, tijdens de bijzondere Statenvergadering, op 7 januari 2019, te Haarlem

Allereerst wil ik u allen een mooi, gezond en inspirerend 2019 toewensen. In uw persoonlijke leven. En zeker ook in u werkzame en politieke leven. Het zal in menig opzichten een boeiend jaar worden.

Dames en heren,

Open, eerlijk en integer – dat is de voornaamste wens van Noord-Hollanders als zij denken aan hun Commissaris van de Koning.

Inwoners van Noord-Holland hebben kunnen meedenken over de profielschets van hun nieuwe commissaris.
Met een aantal van die Noord-Hollanders heb ik zojuist geluncht. Een mooi begin. Niet alleen omdat het heel plezierig en leerzaam was, maar vooral ook omdat onze inwoners wat mij betreft centraal staan. De Noord-Hollanders, daar doen wij, U als Staten en ik als commissaris, het tenslotte voor. 

Die opdracht heeft u mij in de vandaag al vaker genoemde profielschets ook nadrukkelijk gegeven. En dat niet alleen. In die schets staat immers nog veel meer. Een kleine selectie:

  • Toegankelijk zijn voor alle Noord-Hollanders;
  • Het gezicht zijn van deze provincie;
  • Liefde hebben voor de provinciale democratie;
  • En het bestuurlijk proces bevorderen, zowel hier in eigen huis, tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, als buitenshuis tussen provincie en gemeenten, provincie en het Rijk, provincie en belangenorganisaties.

De lat ligt hoog, en ik weet wat er van mij wordt verwacht.

Ook daarom vind ik het een eer dat u mij heeft gekozen en dat ik uw Staten mag voorzitten. Ik heb er het volste vertrouwen in dat we in goede samenwerking een constructieve koers zullen varen.

Ik heb er veel zin in samen met u, met Gedeputeerde Staten en met onze organisatie, Noord-Holland vooruit te helpen. Zin om met elkaar onze provincie een nog betere plek te maken, om te wonen, te werken, en te recreëren.

Dames en heren,

Het is goed te zien en te horen dat de provincie ambitie heeft.
Die heb ik ook.

Die gezamenlijke ambitie is hard nodig. Er ligt zoals dat tegenwoordig zo eufemistisch heet ‘een flinke uitdaging’. En er komt ook nog heel wat op ons af.

Denk aan mondiale en nationale ontwikkelingen, zowel politiek, economisch als demografisch. Denk aan klimaatverandering, energietransitie, de woningbehoefte en het milieu.

Deze ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de inwoners van Noord-Holland.  Ze bieden kansen, maar brengen ook onzekerheden mee.

Het provinciebestuur heeft daarbij soms een kleine, soms een grotere rol. Juist vanwege de onzekerheden is het belangrijk om naar de inwoners te luisteren en te laten zien waarom de provincie uiteindelijk de besluiten neemt, die zij neemt. Te laten zien wat de dilemma’s zijn, wat de mogelijkheden zijn en wat de overwegingen zijn om bepaalde keuzes te maken.

‘De Nederlandse norm is dat we oog hebben voor elkaar en het gedeelde belang. Dat we samenwerken en geven en nemen’, zei koning Willem-Alexander in zijn kersttoespraak.

Graag wil ik als commissaris van de Koning deze handschoen oppakken. Graag wil ik een verbindende rol spelen. Een rol tussen bestuur en inwoners, tussen globale ontwikkelingen en de ontwikkeling van Noord-Holland, tussen de metropool en het platteland, tussen industrie en natuur, tussen groei en leefbaarheid. Een rol, samen met u, met andere bestuurders en met actieve inwoners. Samen op zoek naar oplossingen, zodat de Noord-Hollanders hier ook in de toekomst prettig kunnen wonen, werken en recreëren.

Dames en heren,

Ik begin aan mijn taak op een bijzonder moment. Over twee maanden zijn er verkiezingen voor Provinciale Staten. Spannende tijden. De provincies zullen de komende tijd meer in de belangstelling komen te staan. Ik kijk daar naar uit.

Met enige regelmaat hoorde ik de laatste weken, uiteraard na de hartelijke felicitaties met deze mooie functie, ‘maar, Arthur, wat doet een commissaris van de Koning nu eigenlijk precies?’ U hoef ik dat niet uit te leggen. Maar veel van onze inwoners misschien wel.

Vandaag heb ik de eerste twintig Noord-Hollanders tijdens de lunch daar meer over kunnen vertellen. Ik ben van plan dat nog veel vaker te doen. De boer op. De provincie in. Goed luisteren, me verdiepen wat er leeft onder onze inwoners. En laten zien en vertellen wat we hier doen en wat dat voor onze inwoners betekent.

Ik vind het van groot belang dat onze communicatie toegankelijk en begrijpelijk is. Als commissaris zal ik sociale media gebruiken om te laten zien wat we doen en waar we het voor doen. Wel zal ik er nadrukkelijk voor waken dat digitale middelen hét communicatie-instrument bij uitstek zijn. Zeker niet tussen bestuurders. De ontmoeting, elkaar zien en spreken, en vooral elkaar vinden, daar gaat het om.
Ook daarom ga ik de provincie in, op bezoek bij onze gemeenten, in gesprek met onze burgemeesters. Elkaar op tijd vinden en aanspreken is niet alleen nuttig, maar ook nodig, zeker als we het samen, ondanks eventuele verschillen, willen rooien.
 
Ik doe dat met veel enthousiasme en energie. Ook dat vraagt u tenslotte van uw commissaris in uw profielschets. Ik meen dat oprecht. Graag zet ik me, met u, leden van Provinciale Staten, maar ook met het College van Gedeputeerde Staten en onze medewerkers, in voor de mooiste en meest veelzijdige provincie van ons land.

Ik dank u voor het in mij gestelde vertrouwen en kijk uit naar een plezierige samenwerking. Ik heb er enorm veel zin in en beloof u en alle Noord-Hollanders dat ik mijn stinkende best zal doen!

Dank u wel.